- 2 - Wij kunnen ons echter voorstellen, dat in gemeenten, waarin voor de tôt standkoming van het G.C.O. reeds met onderwijsbegeleidingswerk ervaringen zijn opgedaan, men van oordeel is, dat slechts door régionalisatie het begeleidingswerk optimaal zal kunnen funktioneren. Wij betreuren het dat de verschillen van inzicht aanleiding hebben gegeven, tôt een dusdanige harde opstelling van beide partijen, dat overleg zelfs niet meer mogelijk is. Wij hebben er geen behoefte aan in dit voorstel verder op de schuldvraag van de vrij harde opstellingen in te gaan; een ieder mag wat ons betreft uit de inhoud van de ter inzage liggende stukken wat dit betreft zijn of haar eigen conclusies trekken. Zoals vaak in dit soort aangelegenheden wil het cns voorkomen, dat het spreekwoord "waar twee kijven hebben twee schuld" ook hier van toepassing is. Zeker is, dat de bestuursstructuur momenteel niet conform de gemeenschappelijke regeling wordt uitgevoerd. Wij zijn van mening, dat, indien men van oordeel is, dat de huidige bestuursstructuur niet moet worden gewijzigd - in de vergadering van 24 april 1980 sprak u zich in die richting uit - de gemeenschappelijke regeling op dit punt zal moeten worden gewijzigd. Om deze reden kan naar onze mening dan ook gevolg worden gegeven aan het verzoek van de VFG om aan het GCO te vragen een voorstel tôt wijziging van de regeling aan de deelnemende gemeenten voor te leggen. Wij stellen u voor ons te machtigen een gewijzigde brief aan het algemeen bestuur van het GCO te zenden. Een concept van de te verzenden brief is aangehecht. Wij hopen ten zeerste, dat deze gehele gang van zaken niet zal leiden tôt scheuringen of af splitsingen in het GCO, zulks waarschijnlijk ten nadele van de belangen van het kind, maar dat men er in zal slagen alsnog een voor aile partijen aanvaardbare oplossing te vinden. De commissie Algemene Zaken kan ons standpunt in dezen onderschrijven. Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel de secretaris, de burgemeester, J.P.v.d.Kooi H. Boschma 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1981 | | pagina 51