gVoorstel tôt het beschikbaar stellen van een krediet voor de aankoop van
materlalen voor het afrasteren van het speelterrein aan de Stienzervaart
(81/91
1QVoorstel tôt het beschikbaar stellen van een Krediet voor het inrichten van
het gebied tussen de sporthal en de zandoefenhosk op het sportveldencomplex
It Gryn te Stiens.~
(81/92)
11Voorstel tôt het verlenen van subsidie aan de ProtChr. Stichting voor
MaatschappelijK Werk en Gezinsverzorging te Hallum over 198TT
(81/93)
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de voorstellen
4 t/m 11 besloten.
12. Voorstel tôt het verlenen van subsidie voor het geven van bejaardengymnastiek.
(81/94) 2-3, kant 2. 143/732 m.
Hierover wordt het woord gevoerd door de heren Faber en Boersma, mevrouw
Jepma-Visser en wethouder van Rijn.
De heer Faber is van oordeel dat de hoogte van de zaalhuur niet bepalend mag
zijn voor de hoogte van de te verlenen subsidie.
De heer Boersma vindt dat in deze neergaande tijd geen valse verwachtingen
moeten worden gewekt t.a.v. de continuiteitEr dient z.i, op te worden
gewezen dat dit soort subsidies ten gevolge van bezuinigingen kunnen weg-
vallen of verminderen.
Plevrouw Jepma-Visser zegt dat het duidelijk moet zijn dat het een éénmalige
XL bijdrage is en men geen aanspraken^krijgt voor volgende jaren.
Wethouder Van Rijn wijst op de inhoud van de komende verordening waarin ten
aanzien van de hoogte van de subsidie één lijn zal worden getrokken. Met de
opmerkingen van de beide andere sprekers kan hij volledig instemmen. Er zal
gewezen worden op het feit dat we een stap terug moeten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders besloten.
13. Voorstel tôt het aangaan van een geldleningsovereenkomst met de N.V. Bank voor
Nederlandse Gemeenten te s-Gravenhage
(81/95) 2-3, kant 2, 163/808 m.
Zonder discussie en zonderhoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders besloten.
14. Voorstel tôt het innemen van een voorlopig standpunt m.b.t. het structuurschema
Militaire Qefenterreinen
(81/96) 2-3, kant 2, 163/808 m.
□ver dit punt wordt het woord gevoerd door de heren Brameijer, Boersma, Jansma
Faber, Visser, wethouder de Haan en de voorzitter.
De heer Brameier wijst op het verschil in uitkomst tussen de verschillende
metingen. Naast het feit dat 124 woningen moeten worden afgebroken zullen
ook een groot aantal woningen moeten worden geïsoleerd. Veel van de bestaande
woningen lenen zich daar niet voor en zullen daarom ook moeten verdwijnen.