- 2 -
Net is een loffelijk streven van de burgemeester om de saamhorigheid te
bewaren. De raad is hem daarvoor erkentelijk, temeer omdat de zaken de laatste
tijd scherper worden gesteld.
Volgens spreker zal de eerste ambtsperiodegemakkelijker geweest zijn dan de
laatste,mede als gevolg van de maatschappelijke ontwikkelingenHij waardeert
echter het optreden van de burgemeester.
Bij het maken van een profielschets zou de burgemeester goed uit de bus zijn
gekomen, mede omdat hij een man van het platteland is, die de taal van de
inwoners spreekt. Hij spreekt de wens uit dat de burgemeester nog lang deze
gemeente besturen mag in samenwerking met de raad.
De voorzitter brengt in herinnering dat het bij zijn installatie 12 jaar
geleden ook zo warm was. In het begin wist hij niet wat Leeuwarderadeel was.
Hij moest er terdege ingroeien. Leeuwarderadeel was toen een artikel 12 gemeente.
Er was flink werk aan de winkel, wat de nodige spanningen met zich mee bracht.
In de tweede ambtsperiode was er de omraekeer naar meer inspraak.
Het snel besluiten ging over naar een breed overleg. Daaraan moest hij wennen.
□ok moest worden afgetast hoe de raad over de zaken zou denken. Er kwamen echter
politieke programma's waarin hij zich over het algemeen wel kon vinden.
Er zijn ook wel eens wat strubbelingen geweest. Botsingen waren niet te
voorkomen. Toch moet er naar âénheid worden gestreefd.
Geen politieke eenheid, maar wel eenheid in de vorm van samenwerking.
Aan het eind van een vergadering moet men elkaar de hand kunnen geven. Dat moet
kunnen in de politiek. Naast verschillen moet er saamhorigheid zijn.
De komende jaren zullen niet gemakkelijk worden. Zodra de financiële armslag
minder wordt, komt de kritiek. We moeten ons daarop voorbereiden
De voorzitter zegt altijd "mei nocht en wille" te hebben kunnen werken binnen
de raad en het kollege, maar ook met de ambtenaren en burgers. Hij en zijn
gezin doen hun werk hier met plezier en waren hier graag.
Hij zegt dank voor de goede wensen.
Vervolgens wordt aan de orde gesteld:
19Voorstel tôt het verlenen van eervol ontslag aan mevr, I. Tichelaar-Brandsma
als hoofdleidster van de Juffer Akkeskoalle.
Ca1/11D 2-3, kant 2, 048/206 m.
Dit voorstel wordt zonder diecussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
3. Benoeming hoofdleidster aan de Juffer Akkeskoalle en aan de kleuterschool
in d'Orient.
(81/85] 2-3, kant 2, 050/219 m.
Hierover wordt het woord gevoerd door de voorzitter, de heren Visser, Faber
en Jansma en wethouder de Haan.
De voorzitter vraagt of over de personen zal worden gesproken. Wanneer dat het
geval is dient de raad in besloten zitting te gaan.
Dp deze vraag wordt ontkennend geantwoord.
De heer Visser betoogt dat het niet de gewoonte van de raad is bij benoemings-
besluiten iets te zeggen. Gelet op hetgeen zich rond deze benoemingsperiode heeft
afgespeeld hij toch behoefte heeft aan het maken van een aantal opmerkingen.
Daarbij laat hij het doen en laten van oudercommissie, personeel en gemeentebestuur
de reveu passeren. Door onbekendheid met de gang van zaken, kwam men gemakkelijk
tôt verkeerde conclusies. Soms werden de zaken in de emotionele sfeer getrokken
en kwam men tôt daden die niet door de beugel konden.
Wanneer men van de kant van de gemeente wat duidelijker was geweest hadden bepaalde
zaken wellicht voorkomen kunnen worden.
Hij vraagt het kollege aandacht voor de afdeling onderwijs van de gemeente-
secretarie waar een sterke personeelswisseling heeft plaats gevonden en de
afspraken over benoemingsprocedures op papier te zetten.
