zesde blad. 2. Het bestuur is bevoegd een functionaris te benoemen aan wie,- onder verantwoordelijkheid van het bestuur, de algehele dagelij*. se leiding wordt opgedragen. 3. Het bestuur is bevoegd conunissies samen te stellen teneinde het bestuur van advies te dienen op bepaalde onderdelen van zijn taak. Het kan ook de uitvoering van bepaalde onderdelen van de bestuur s taak aan corrunissies opdragen. Artikel 10: 1. Met bestuurders mogen arbeidsovereenkomsten als bedoeld in artikel 1637 a van het Burgerlijk Wetboek niet worden gesloten. 2. Bestuurders en andere personen, die deel uitmaken van organen van de stichting en met wie een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 1637 a van het Burgerlijk Wetboek niet is gesloten, -- mogen uit hoofde van hun functie geen geldelijk voordeel genie- ten, behoudens een redelijke vergoeding voor het bijwonen van vergaderingenVoor de door hen voor de stichting verrichte werk- zaamheden of daaraan bewezen diensten mag aan hen niet meer dan - een redelijke vergoeding worden gegeven. - Geldmiddelen. Artikel 11 1. De geldmiddelen van de stichting worden verkregen uit huren - en subsidies, geldleningenerfstellingen, legaten, schenkingen, rente en toevallige baten. 2. Erfstellingen mogen slechts worden aanvaard onder het voor- recht van boedelbeschrijving. 3. Aan geldmiddelen en andere activa van de stichting mag geen andere bestemming worden gegeven dan ter bevordering van het doe van de stichting. 4. Over door lening van personen, die deel uitmaken van organen. van de stichting, verkregen gelden, mag niet meer dan een rede lijke rente worden uitgekeerd. Financiele jaarstukken. j 2 - 1. Het boekjaar van de stichting loopt van êên januari tôt en met eenendertig december. -7— 2. Ten minste twee maanden voor het einde van het boekjaar ste^. het bestuur een begroting op voor het daarop volgende boekjaar. - 3. Het bestuur voert een adrainistratie die zodanig is ingericht - dat deze ten allen tijde een volledig inzicht verschaft omtrent - 'het geheel van werkzaamheden van de stichting. ÎHet bestuur neemt daarbij de regels in acht zoals die door de minister, bêlast met de zorg voor de volkshuisvesting, dienaan- gaande worden vastgesteld. 4. Het bestuur doet zijn jaarrekening controleren door een des- kundige die van de contrôle een verslag opmaakt. Het bestuur geeft de deskundige de daartoe strekkende opdracht eerst nadat burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwar- den hebben ingestemd met de keuze van de deskundige.--- 5. Binnen zes maanden na afloop van het boekjaar zendt het be stuur een beredeneerd verslag van de werkzaamheden,een jaarreke-

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1981 | | pagina 25