Agendapunt 18
Voorstelnr. 81/ 153
OnderwerpStiens, 23 november 1981
kilometervergoeding
voor dienstreizen.
Aan:
de gemeenteraad.
Indertijd îs de kilometervergoeding voor dienstreizen vastgesteld op het gemiddelde
tussen het minimum- en maximumbedrag van de voor het rijkspersoneel geldende
vergoeding op grond van het Reisbesluit. Deze beslissing werd genomen nadat door
gedeputeerde staten was voorgesteld een eventueel aan de raadsleden te verlenen
autokostenvergoeding te bepalen op het gemiddelde tussen het hoogste en laagste
tarief van de vergoeding voor het rijkspersoneel,
Sedert enige jaren is een^dergelijk gemiddelde voor raadsleden niet meer mogelijk.
De aan raadsleden toe te kennen kilometervergoeding moet worden vastgesteld overeen-
komstig de regels die van toepassing zijn voor rijksambtenaren ingevolge het
Reisbesluit 197J.
Bij de behandeling van de begroting voor 1981 is door uw raad uitgesproken dat de
aanleiding tôt een afwijkende regeling voor het gemeentepersoneel is komen te
vervallen en is besloten ingaande 1 januari 1981 de kilometervergoeding vast te
stellen naar het laagste tarief van de rijksregeling.
De hiervoor genoemde heslissing van uw raad is in de dit jaar gehouden vergaderingen
van het Georganiseerd Overleg verschillende malen aan de orde geweest, Het G.O, is
van oordeel dat bij het nemen van dit besluit niet de- juiste procédure is gevolgd.
Dit is door uw raad erkend en hiervoor zijn excuses aangehoden,
Het G.O. is eveneens van oordeel dat de beslissing van uw raad om naar de lagere
regeling terug te keren onvoldoende en onduidelijk is gemotiveerd en dringt er op aan
het besluit ongedaan te maken. Het G.O. is van mening dat er geen aanleiding is voor
een onderscheid in de kilometervergoeding voor hoger en lager personeel en wenst
daarom vast te houden aan een gemiddelde van beide vergoedingen (thans 0,55 per km).
Wij zijn van oordeel dat het verlangen van het G.O.gerechtvaardigd is en stellen u
voor uw besluit van vorig jaar december in te trekken.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel
de secretaris, de burgemeester,
J.P. v.d. Kooi
H. Boschma