Nr. 83/2B.
De raad van de gemeente Leeuwarderadeel
gelet op de circulaire van het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke
behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden van 1 september 1981,
nr. 4851/BS
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 januari 1983;
b e s 1 u i t
vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening, houdende regelen met betrekking tôt vrijwillige vervroegde
uittreding uit de dienst van de gemeente Leeuwarderadeel.
Artikel 1
Artikel 5 wordt als volgt gelezen;
1Wanneer een gewezen ambtenaar, die aan deze verordening recht op uitkering
kan ontlenen, inkomsten geniet of gaat genieten uit of in verband met
arbeid, waaronder mede wordt verstaan een uitkering krachtens de Algemene
Arbeidsongeschiktheidswetof bedrijf, ter hand genomen met ingang van of
na de datum waarop zijn ontslag is ingegaan, wordt op de uitkering een
vermindering toegepast
Deze vermindering is gelijk aan het bedrag waarmede inkomsten en uitkering
samen de laatstelijk genoten bezoldiging te boven gaan.
2. Lid 1 vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van inkomen uit of
in verband met arbeid of bedrijf, ter hand genomen gedurende verlof,
vakantie of non-aktiviteitonmiddellijk voorafgaande aan het ontslag ter
zake waarvan hem de uitkering krachtens deze verordening is toegekend.
3. Wanneer de gewezen ambtenaar op of na de dag, bedoeld in lid 1, inkomsten
of hogere inkomsten verkrijgt uit arbeid of bedrijf ter hand genomen vôor
evenbedoelde dag, is ten aanzien van die inkomsten of hogere inkomsten
het bepaalde in lid 1 van overeenkomstige toepassing.
De hierbedoelde vermindering vindt echter niet plaats indien de inkomsten
of hogere inkomsten het gevolg zijn van algemene loonsverhogingenof indien
de gewezen ambtenaar aannemelijk maakt dat die inkomsten niet het gevolg
zijn van verhoogde werkzaamheid of van andere oorzaken, verband houdende met het
ontslag
4. Onder inkomsten, bedoeld in de voorgaande leden worden niet verstaan:
a. de compensatie voor de premie ingevolge de Algemene Ouderdomswet en
de Algemene Weduwen- en wezenwet welke in de inkomsten is of
geacht kan worden te zijn begrepen;
b. irikomsten verkregen wegens overwerk of als gratificatie
Artikel 2
Artikel B wordt gewijzigd als volgt:
a. In lid 1, tweede volzin, wordt de zinsnede "alsmede van de kinderbijslag
welke, onder welke benaming ook, elders wordt ontvangen" geschrapt.
- 2 -