- 2 -
4. Onder inkomsten, bedoeld in de voorgaande leden wordt niet verstaan
a. de compensatie voor de premie ingevolge de Algemene ouderdomswet en
de Algemene weduwen- en wezenwet, welke in die inkomsten is of
geacht kan worden te zijn begrepen, tenzij het wachtgeld is verleend
uit een betrekking, bedoeld in artikel 2, lid 2;
b. inkomsten, verkregen wegens overwerk of als gratificatie
5. Indien inkomsten worden verkregen uit hoofde van een vrijwillige
verbintenis bij instituten als de nationale reserve, de reserve-,
rijks-, en gemeentepolitie en de bescherming bevolking, kan worden
bepaald dat op die inkomsten de vermindering geheel of gedeeltelijk
tôt wederopzegging achterwege blijft.
Artikel 2
Artikel 13, lid 1, de twee volzin wordt gelezen als volgt:
"Daarbij doet hijvoor zover mogelijk, opgave van de inkomsten die hij
uit die arbeid of dat bedrijf zal verkrijgen".
Aan artikel 13 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:
"4. Het in de voorgaande leden bepaalde vindt overeenkomstige toepassing
ten aanzien van de arbeid of bedrijf en de inkomsten daaruit,
bedoeld in artikel 12, leden 2 en 3".
Artikel 3
Artikel 21, lid 1 wordt als volgt gelezen:
"Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de wachtgelder wordt aan de
nagelaten echtgenoot een bedrag uitgekeerd, gelijk aan de bezoldiging
als bedoeld in artikel 3, - vermeerderd met de kinderbijslag voor
het eerste en tweede kind, welke de belanghebbende op de dag van
overlijden genoot ingevolge de Algemene kinderbijslagwet -, over een
tijdvak van drie maanden".
vergadering van 27 januari 1
taris, de voorzrj:ter
Boschma
Aldus vastgesteld door de raad voornoemd
-Afi—zHrjjn vergadering van 27_j£nuari 1983.