Agendapunt: 11.
Voorstelnr85/10-
Stiens, 21 januari 1985
□nderwerpbeschikbaarstelling krediet aanleg
riolering in Jelsum, Finkum en
Oude Leije.
Aan
de gemeenteraad
□m milieuhygiënische redenen is het streven van de overheid er op gericht
in bevolkingsconcentraties de verwijdering van vloeibare afvalstoffen via
een gesloten rioleringssysteem en rioolwaterzuiveringsinstallaties te la-
ten plaatsvinden
□at dit streven in nog niet aile situaties gerealiseerd is, is het gevolg
van de erg hoge investering welke met de aanleg van riolering gemoeid is.
Weliswaar wordt er van de kant van het Rijk middels een verfijningsuitke-
ring een bijdrage in de kosten van aanleg en exploitatie geleverd, toch
dient een niet onaanzienlijk deel van de kosten door de gemeente zelf ge-
dragen te worden.
Omdat de verfijningsuitkeringen per 1 juli 1985 een wijziging zullen on-
dergaan is de aanleg van riolering in Jelsum, Finkum en Oude Leije om fi-
nanciële redenen plotsklaps zeer aktueel geworden. Zoals vermeld
in de bijlagen staat een overzicht opgenomen van de met het gehele pro-
jekt gemoeide kosten.
□p dit moment bedraagt de rioleringsreserve f 650000--.Genoemd reserve
is per dorp -rekening houdende met de daar nog uit te voeren riolerings-
werken - verdeeldUit de bijgevoegde berekening mag blijken dat uitgaande
van realisering van het projekt voor 1 juli a.s., het gemeentelijk aan-
deel 200550,--zal bedragen
Wanneer de aanleg van riolering voor 1 juli 1985 gerealiseerd is, kan nog
optimaal van de huidige regeling geprofiteerd worden. Wij achten het om
deze reden gewenst dat een krediet voor de aanleg van riolering in deze
drie dorpen beschikbaar gesteld wordt.
Onderscheiden naar de verschillende dorpen valt het volgende nog toe te
lichten
Jelsum
De werkzaamheden welke moeten worden uitgevoerd overlappen deels een aan-
tal werkzaamheden welke in het kader van de dorpsvernieuwing zullen worden
uitgevoerd, althans wanneer de plannen daartoe hun beslag zullen krijgen.
Het is uiteraard efficiënt deze beide zaken qua uitvoering zoveel mogelijk
op elkaar af te stemmen.
Het beeld van het beleid dat met betrekking tôt Jelsum op het punt van de
ruimtelijke invulling en verbetering gevoerd dient te worden kan ons op
dit moment niet geheel duidelijk voor ogen staan. Dit komt omdat er eerst
sinds eind november 1984 met betrekking tôt het voortbestaan van Jelsum
enige zekerheid is ontstaan. Toen werden de konsekwenties bekend van het
Rijksbeleidj een beleid dat tôt stand kwam na overleg dat tussen de
Staatssecretaris van Defensie, belast met de portefeuille van o.m. ruim
telijke ordening en Gedeputeerde Staten van Friesland. Oe noodzaak om
beide werkzaamheden op elkaar af te stemmen dient naar onze mening te