Stiens, 12 maart 1985
Aan
de gemeenteraad
Hieronder volgen de vragen van de diverse raadsfrakties en de antwoorden
daarop van ons collège.
Vraag 1 fraktie Partij v.d. Arbeid
Is het collège met ons van mening dat hetgezien de grootte van de post
onvoorzien voor uitzetting van het budget en gezien het in het kollege-
programma onder het hoofd Financiën gestelde, juist nu aanbeveling verdient
om de geraamde Frigas-winsten inplaats van als gewoon dekkingsmiddel aan
te wenden als dekkingsmiddel van éénmalige aard
Antwoord B en W
Op blz. 69 van de gewone dienst van het beleidsdeel wezen wij u erop dat
een daling van de winstuitkering van het Frigas in de verdere toekomst niet
als uitgesloten moet worden beschouwdDeze zin werd aktueel toen wij kort
daarna een brief van het provinciaal bestuur ontvingen m.b.t. de reorganisatie
van de energie-distributie in de provincie Friesland, in verband waarmee op
voorhand het P.E.B. op 1 juli a.s. reeds wijziging ondergaat m.b.t. zijn
rechts^ersoonlijkheid, namelijk het omzetten van een provinciaal bedrijf in
een N.V. Gelet op de onzekerheid over voortzetting van de Frigas-winstuit-
kering in de toekomst, stellen wij u voor als eerste afbouw-maatregel de
budgettaire aanwendin" te verlagen van 900,naar 750,per aandeel en
dit over te brengen naar de éénmalige sfeer. Hierdoor zal onvoorzien voor
uitzetting van het budget met f 44.100,dalen ten gunste van een stijging
van het bedrag voor bijzondere doeleinden. (punt 2.5 kollegeprogramma
1982 - 1986)Verdere afbouw zal aan het einde van het jaar nader- kunnen
worden bezien.
Vraag 2 fraktie Partij v.d. Arbeid
Kan het collège uiteenzetten hoever het overleg tussen de Stichtingen
Franeker en Hallum is gevorderd? Is er al enigerlei vorm van samenwerking
tôt stand gekomen?
Antwoord B en W
Ten aanzien van het punt "overleg/samenwerking" tussen de Stichtingen "Hallum"
en "Franeker" kan worden medegedeeld dat er via de Regio Friesland-Noord een
overleg over mogelijke vormen van samenwerking tussen de Stichting "Hallum"
en de Stichting "Franeker" tôt stand is gebracht
Beide Stichtingen hebben zich bereid verklaard te onderzoeken wat de mogelijk-
heden zijn voor overleg/samenwerking op zowel beleidsmatig als uitvoerend
niveau
De eerste stap hierbij zal zijn het inventariseren van de verschillende
samenwerkingsmogelijkheden
Het resultaat van deze inventarisatie wordt in september/otober a.s.
verwacht
Wij zullen u over de ontwikkelingen in deze informeren.
-2-