- 30 - gen, die bij de artikelen C 50, lid 1 en F 1 verboden zijn. Artikel C 51 Neerzetten van fietsen e.d. 1. Het is verboden op of aan een weg een fiets of bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een gedenkteken, straatmeubilairdat daarvoor niet bestemd is, of een openbaar kunstvoorwerp 2. Het is verboden op of aan een weg een fiets of bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek indien: a. dit in strijd is met de uitdrukkelijke verklaarde wil van de rechthebbende van dat gebouw of die portiek of b. daardoor de doorgang ernstig wordt belemmerd. Hinderlijk gedrag Houden van duiven Loslopen van honden Loslopen van honden Artikel C 52 Onverminderd het bepaalde in het Wetboek van Strafrecht en de Zondagswet is het verboden op een weg of op een andere voor het publiek toegankelijke plaats te vechten, hinderlijk te zingen, rumoer te maken, te schreeuwen, te vloeken, te tieren, ruwe of onzedelijke taal te gebruiken of zonder noodzaak anders- zins geluid te maken dat voor de omgeving in ernstige mate hinderlijk is. Artikel C 52 A 1. Het is verboden op de weg alcoholhoudende drank te nuttigen of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben. 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor: a. een terras dat deel uitmaakt van een inrichting als bedoeld in artikel C 74; b. de plaats, niet zijnde een inrichting, als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 38, tweede lid van de Drank- en Horecawet. Artikel C 53 Het is de rechthebbende op duiven verboden deze te laten uitvliegen, indien burgemeester en wethouders hem schriftelijk hebben medegedeeld, dat zij dit in verband met de plaats, waar de duiven gehouden worden, hinderlijk voor de omgeving achten. Artikel C 53 A a. Het is verboden meer dan 2 honden te houden. b. Het bepaalde in lid a. geldt niet voor honden beneden de leeftijd van 3 maanden, alsmede voor hondenkennels voorzover voor het oprichten hiervan de vereiste vergunningen zijn verleend. Artikel C 54 1. De rechthebbende op een hond is binnen een bebouwde kom verplicht te zorgen dat: a. deze hond niet losloopt buiten een afgesloten erf dan wel buiten aangewezen terreinen; b. deze hond buiten een afgesloten erf dan wel buiten een aangewezen terrein altijd is aangelijnd; c. deze hond zich niet bevindt in een bloemperk, beplanting of zandbak, toebehorende aan de gemeente, dan wel op een openbare speelplaats of zonne- of speelweide of op een openbaar speelterrein; d. deze hond zich niet bevindt op een van de openbare weg afgescheiden erf of op een terrein tegen de wil v.d. eigenaar of gebruiker daarvar

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1988 | | pagina 144