- 85-
van waren aan de huizen van vaste afnemers.
"Venten" wordt omschreven als: de vorm van
atraathandelin de uitoefening waarvan waren
aan willekeurige gegadigden worden verkocht,
andera dan op een vaste atandplaata.
In deze begripsomschrijvingen wordt dus een
onderscheid gemaakt tussen "atraathandel" en
"venten" enerzijda en "verkoop aan de huizen
van vaste afnemers" anderzijds. Ook de wetgever
van de Winkelsluitingswet beschouwde - zo
blijkt uit de totstandkomingsgeschiedenis van
artikel 8 van deze wet - de bezigheid van de
kleinhandelaren die waren verkopen en bezorgen
bij vaste afnemers niet als een vorm van
atraathandel, ofschoon hij erkende dat een
scherpe scheidingslijn tussen beide vormen van
kleinhandel niet valt te trekken.
Bovendien is het de vraag, of het verkopen vanuit
een kraam nabij een winkel door de winkelier als
straathandel is aan te merken. Daarom worden in de
beide bovenstaande bepalingen de begrippen
"straathandel" en "venten" niet gehanteerd.
De hierboven weergegeven bepaling inzake het
"venten" heeft strikt genomen dus ook betrekking
op de verkoop aan vaste afnemers, met dien ver-
stande dat in het tweede lid de verkoop ter uit
oefening van een winkelbedrijf van de werking van
deze bepaling is uitgezonderd.
De beide bepalingen regelen onder meer het
standplaats innemen en het venten "aan een
weg". Het begrip "aan de weg" duidt begrips-
matig een zekere nabijheid t.o.v. de weg aan.
Zie HR 8 december 1980, NJ 1971, 277, m.nt.
Enschede, en kantonrechter Alkmaar 20 april
1956, 638.
De beide bepalingen zijn ook van toepassing op
plaatsen die - zij met enige beperking - voor
het publiek toegankelijk zijn en bovendien
gelegen zijn in de openlucht.
- De beide bovenstaande artikel en inzake het
innemen van standplaatsen en venten zijn opge-
nomen onder het hoofdstuk "Andere onderwerpen
betreffende de huishouding der gemeente", ter-
wijl als toetsingsgronden voor vergunning-
aanvragen worden genoemd:
de openbare orde, de verkeersveiligheid, aan-
tasting van een redelijk verzorgingsniveau en -
voor aanvragen om standplaatsvergunning - het
uiterlijk aanzien der gemeente. (Zie voorts
notitie SV 23/8) van de V.N.G.