- 86 - HOOFDSTUK H. Straf- overganga en slotbepalingen. Artikel H 1 Op 1 mei 1983 trad de Wet vermogensaanctiea in werkinga. Doel van deze wet ia een vereenvoudiging van het ateiael van geldboetea, waarin voor verachillende atrafbare feiten apecifieke geldboetemaxima gel- den. Een ander doel van de wet ia de toepaaaing van de vermogenaaanctie te verruimen. Op aommige delicten atond aoma een max. van aym- boliache betekenia. Volgena art. 195 van de ge- meentewet waa op overtreding van gem. verordening de max. geldboete 300, Het nieuwe artikel 23 van het Wetb. van Strafrecht voorziet théma in zea geldboetecategorieën. De eer3te ia 500, de tweede 5.000, Volgen3 het gewijzigde artikel 195 van de gemeen- tewet kan de gem. wetgever op overtreding van zijn verordeningen een geldboete atellen van de tweede of de eerate catégorie. Wij menen dat het aanbeveling verdient overtreding van de A.P.V. in te delen in de tweede catégorie en ala gem. wetgever geen artikelen uit de A.P.V. in te delen in de eerate catégorie. Aan de prudentie van de rechter wordt dan de atrafmaat overgelaten, waarbij kan worden geatraft met f 5,(het nieuwe minimum) tôt 5.000, 0p deze wijze ont3taat geen verachil in benadering tuaaen de verachil lende gemeenten. Opgemerkt wordt, dat i.v.m. de aanzienlijke ver- hoging van de maxima de verdubbeling bij récidivé ia vervallen. Bij veroordeling vain een rechtaper- aoon geldt de bepaling (art. 23, 7e lid W. v. Str.) dat een geldboete kan worden opgelegd tôt ten hoogate het bedrag van de naaat hogere caté gorie, indien de voor het feit bepaalde catégorie geen paaaende beatraffing toelaat. Via art. 51, jo art 91 W. v. Str. vallen rechtaperaonen onder de werking van gemeentelijke atrafbepalingen. - Door 00k overtreding van het krachtena de veror dening bepaalde met atraf te bedreigen, wordt 00k het niet naleven van door B en W krachtena delegatie door de raad geatelde nadere regela beatempeld tôt atrafbaar feit. De 3trafbaar- 3telling van de .door B en H geatelde nadere

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1988 | | pagina 198