- 89 - Ad la Het binnentreden van woningen Het binnentreden van woningen is met grondwette- lijke waarborgen omringd. Artikel 172 geeft een waarborg tegen willekeurige inbreuk op de huis- vrede (het binnentreden in een woning tegen de wil van de bewoner) door een ambtenaar. Het stelt aan de binnentredingsbevoegdheid drie voorwaarden: 1de wet wijst de gevallen aan waarin binnen- treding geoorloofd is 2. de wet wijst de macht (autoriteit) aan die de bijzondere of algemene last geeft 3. de wet regelt de vormen, de formaliteiten, die bij de uitoefening van de binnentredingsbe voegdheid in acht moeten worden genomen. Voor bepaiingen op basis van artikel 168 van de gemeentewet heeft de binnentredingsbevoegdheid regeling gevonden in de Wet uitvoering voorschrif- ten plaatselijke verordeningen van 31 augustus 1853» Stb. 83 (hierna Wet van 1853). De Wet van 1853 noemt als "geval waarin": de zorg voor de nakoming van enig voorschrift van een plaatselijke verordening die strekt tôt handhaving van de open- bare rust of veiligheid of tôt bescherming van het leven of de gezondheid van personen. Artikel 1 van de Wet van 1853 geeft de gemeente- raad de bevoegdheid bij verordening een last tôt binnentreden te geven. I de verordening waarbij de last wordt verstrekt, kan de raad bepalen dat de uitvoering te ailen tijde mag plaatsvinden (vgl. artikel 2 van de Wet van 1853)- In de algemene politieverordening is een binnentredingsartikel opgenomen, waarbij de last wordt verstrekt tôt het binnentreden van woningen - desnoods tegen de wil van de bewoner - met inachtneming van het bepaalde bij de Wet van 31 augustus 1853» Stb. 83. Bin nentreden op basis van de Wet van 1853 mag alleen in die gevallen waarin het gaat om de zorg voor de nakoming van gemeentelijke verbodsbepalingen die strekken tôt handhaving van de openbare rust of veiligheid, of tôt bescherming van het leven of de gezondheid van personen. Niet elk op artikel 168 van de gemeentewet gebaseerd voorschrift, in dit geval de APV, zal aan deze criteria voldoen. Onder "de zorg voor de nakoming" van autonome gemeentelijke voorschriften in de zin van de Wet van 1853 vallen zowel de uitoefening van toezicht en de toepassing van politiedwang als de opsporing van strafbare feiten ingevolge deze voorschriften.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1988 | | pagina 201