12
LEEUWARDERADEEL
GEMEENTE
m
Agendapunt 12
Voorstelnr. 88/95
OnderwerpWijziging gemeenschappelijke regeling IZA-Friesland
Aan
de gemeenteraad
Door het bestuur van het Instituut Ziektekostenvoorziening
Ambtenaren in Friesland (IZA) zijn bij schrijven van 21 juni 1988
twee voorstellen gedaan tôt wijziging van de IZA-regeling
Het eerste voorstel heeft ten doel de IZA-regeling in overeenstemming
te brengen met het bepaalde in de nieuwe Wet Gemeenschappelijke
Regelingen (WGR)
Een essentieel onderdeel van dit besluit is de wijze waarop de participatie
van de centrales van overheidspersoneelis geregeld.
De nieuwe WGR biedt niet meer de mogelijkheid personen van buiten de
kring van deelnemende gemeenten tôt lid van het Algemeen Bestuur aan te
wijzen, mits daartoe een machtiging door de Kroon is verstrekt.
Deze machtiging is inmiddels aangevraagd.
Over deze wijziging van de IZA-regeling is in het Centraal Overleg
overeenstemming bereikt.
De grootst mogelijke meerderheid van het bestuur heeft ons dan ook verzocht
te bevorderen dat de voorgestelde wijziging door uw raad zal worden overgenomen.
Eén bestuurslid kan zich echter niet verenigen met de passage inzake de
samenstelling van het Algemeen Bestuur.
Dit bestuurslid stelt dat het huidige bestuur bestaat uit vijf leden van
de deelnemende gemeenten, vijf leden van de vakorganisaties en een
onafhankelijk voorzitter.
De gewijzigde regeling gaat uit van vijf leden van de deelnemende gemeenten
en vijf leden van de vakorganisaties, die gezamenlijk uit hun midden
een voorzitter kiezen, waarna een elfde lid aan het bestuur wordt toegevoegd
uit de groep waaruit de voorzitter is gekozen.
Deze groep verkrijgt dan een meerderheid in het bestuur.
Door het betreffende bestuurslid wordt voorgesteld het Algemeen Bestuur
samen te stellen uit zes gemeentevertegenwoordigers en vijf vakbonds-
vertegenwoordigers
De overige bestuursleden zijn van mening dat het voorstel ten aanzien van
de bestuurssamenstelling - die overigens ook in de nu van kracht zijnde
regeling op dezelfde wijze geregeld is en waarmee nimmer problemen zijn
ervaren - geen wijziging behoeft.
Wij zijn van mening dat in dit geval het meerderheidsvoorstel dient te worden
gevolgd
Het tweede voorstel betreft een wijziging van de IZA-regeling in verband
met de gevolgen van uittreding en reorganisaties van lichamen waarvan
het personeel tôt de IZA-regeling is toegelaten.
2