Alqemene toelichtinq
In het begin van de jaren vijftig leefde zowel in gemeentelijke kring ais in de
kringen van overheidspersoneel de wens naar de totstandkoming van een op artikel
125, eerste Iid, letter g. der Ambtenarenwet 1929 gebaseerde voorziening, zoveel
mogelijk langs de weg van onderiinge kollektieve risikoverdeling terzake van de
ziekteverzorging van gemeentepersoneel en de gezinnen van dit personeel.
Zulks heeft geleid tôt aanbevelingen, vervat in een Rapport Ziektekostenvoor-
ziening, uitgebracht aan het toenmalige centraal orgaan voor gemeenschappelijke
behandeling van gemeentelijke personeelsaangeiegenheden der Vereniging van
Nederlandse Gemeenten. Geopteerd is daarbij voor een publiekrechtelijke samen-
werkingsvorm die de mogelijkheid bood van instelling \an een rechtspersoonlijkheid
bezittend uitvoeringsorgaan. Een en ander heeft nadere uitwerking gevonden in de
onderscheidene IZA-regelingen, die toen provinciegewijs tôt stand zijn gekomen.
De vigerende IZA-regeling Friesland, waarbij door daartoe samenwerkende ge
meenten in de provincie Friesland is opgericht, onder vermelding van de domicilie,
een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam, genaamd Instituut Ziektekostenvoor-
ziening (IZA) ten behoeve van het personeel in dienst van gemeenten in de
provincie Friesland is gefundeerd op de -inmiddels ingetrokken- Wet Gemeenschap
pelijke Regelingen van 1 april 1950 STb K 120.
Per 1 januari 1985 zijn, op een enkel artikel na, nieuwe bepalingen hiervoor in de
plaats getreden. Zij zijn vervat in de Wet van 20 december 1984, Stb 667, welke
kan worden aangehaald als Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR 1984).
Ingevolge artikel 122 van de WGR 1984 dienen bestaande regelingen vdâr 1 januari
1990 in overeenstemming te worden gebracht met deze wet.
Tijdig, op een daarvoor door Gedeputeerde Staten bepaald tijdstip gelegen vddr 1
januari 1990, moeten de aangepaste regelingen opnieuw ter goedkeuring worden
aangeboden aan en deze goedkeuring ook te hebben gekregen van het gezag dat
ingevolge deze wet tôt goedkeuring van de regeling bevoegd is.
Het voorgestelde besluit houdt de betreffende wijziging in en beperkt zich
overigens ook tôt die bepalingen die ingevolge de nieuwe WGR niet langer in stand
kunnen blijven. Niettemin wordt, gelet op de hiermede gepaard gaande omvang van
de wijziging, en het ingrijpende karakter daarvan, in afwijking van het bepaalde in
artikel 107 van de wet, het besluit ter aststeiling aan de raden der deelnemende
gemeenten \oorgelegd.
Voor meer gedetailleerde informatie zij verwezen naar onderstaande artikelsge-
wijze toelichting.