Nr. 88/95-b
De raad der gemeente .Laeuwacderadeel;
gezien het schrijven d.d. ll.-6-.1938van het Bestuur van het Instituut
Ziektekostenvoorziening Ambtenaren (IZA) ten behoeve van het personeei in
dienst der gemeenten in Friesland inzake wijziging van de IZA-regeling Fries-
land,
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. .2P. §çp.tpijil}3T. J-988
gelet op zijn besluit d.d. 23 ganuari. 1938 tôt het aangaan van c.q. de
toetreding tôt de IZA-regeling Friesland, en mede gelet op het bepaalde in
artikel 32, le lid, dier regeling;
BESLUIT:
de IZA-regeling Friesland als volgt te wijzigen:
Artikel I
In hoofdstuk XII worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. Het opschrift komt als volgt te luiden:
TOETREDING EN UITTREDING VAN GEMEENTEN EN VERANDERING IN
DE INRICHTING VAN EEN DIENSTQNDERDEEL
2. Het derde lid van artikel 33 komt als volgt te luiden:
3. Uittreding als bedoeld in het tweede lid is slechts mogelijk, indien
daarbij de betaling van de gemeenteiijke bijdrage, als bedoeld in artikel
10, vijfde lid, ook na de uittreding is geregeld.
3. Aan artikel 33 worden een vierde, vijfde, zesde, zevende en achtste lid
toegevoegd, luidende:
4. Het bestuur kan bij de uittreding als bedoeld in het tweede lid een
schadeloosstelling bedingen, bestaande uit een bedrag ter dekking van de
kosten van degenen, die op het moment van uittreding deelnemers in het
instituut blijven, onder aftrek van een bedrag dat als bijdragen, als
bedoeld in artikel 10 kan worden aangemerkt.
3. De feitelijke hoogte van de in het vierde lid bedoelde schadeloosstelling
wordt in overieg tussen het bestuur en het gemeentebestuur vastgesteld.
Daarbij kan, od verzoek van één der partijen, door beide partijen geza-
menlijk een onafhankeiijk deskundige worden aangewezen, wiens advies
bindend is.
6. Het bepaalde in het derde, vierde en vijfde lid is van overeenkomstige
toepassing op het lichaam, waarvan het personeei het deelnemerschap
verliest.
7. Het bepaalde in het vierde en vijfde lid is voorts van toepassing ingeval
van een ingrijpende verandering van enig dienstonderdeel van een ge
meente of van een lichaam die ertoe leidt dat een deei van het personeei
dan wel nieuw aan te stellen personeei bij een niet aan deze regeling
deelnemende rechtspersoon wordt aangesteld.