18
Nr. 88/101.
JAARPROGRAMMA BASISEDUKATIE 1989
1Inleiding
Op 1 januari 1987 is de Rijksregeling Basisedukatie van kracht geworden, een
regeling waarmee de Rijksoverheid een eenduidig beleids- en bekostigingskader
beoogt te bieden voor aktiviteiten die tôt de basisedukatie kunnen worden ge-
rekend. De Rijksregeling Basisedukatie is bedoeld om een eind aan de voorma-
lige versnippering op het gebied van de basisedukatie te maken en de gemeenten
meer mogelijkheden te bieden de basisedukatie zelf vorm te geven.
Basisedukatie kent een vijftal elementen:
a. taalvaardigheid
b. rekenvaardigheid;
c. sociale vaardigheid;
d. aktivering, werving en toelichting tôt de bij a., b. en c. genoemde aktivi
teiten (de eerste stappen op weg naar basisedukatie voor groepen die moeilijk
bereikbaar zijn)en
e. oriëntatie en toeleiding als onderdeel. van de bij a., b. en c. genoemde akti
viteiten (de oriëntatie op de wereld van arbeid, beroep en maatschappelijke
aktiviteiten en eventueel toeleiding naar aansluitende opleidingen)
Op basis van het voorstaande is in de afgelopen twee jaar ook in de gemeente
Leeuwarderadeel een eerste stap op weg naar een gemeentelijk beleid ten aanzien
van de basisedukatie gezet. Vanuit het voormalige alfabetiseringsprojekt en een
bijspijkerkursus van de Stichting S.K.W.L. is hiervoor een lokale edukatieve
voorziening ontwikkeld. De "Jaarprogrammas" van 1987 en 1988 geven hiervan een
beeld
Thans zal het voornoemde, voor de jaren 1987 en 1988 geldende, overgangsbeleid
in een (meer) struktureel beleid moeten worden omgezet. Lokaal of regionaal de
basisedukatie zal op basis van de behoeft in de toekomst een duidelijk herken-
bare, gestruktureerdevoorziening moeten zijn.
De komende twee jaar zal hieraan de nodige aandacht moeten worden geschonken.
2De ontwikkelingen in de jaren 1987 en 1988
Hoewel, zoals ook uit deze jaarprogramma1s blijkt, in de "Jaarprogrammas Basis
edukatie 1987 en 1988" steeds van een lokale struktuur is uitgegaan laten de
laatste ontwikkelingen op het gebied van de basisedukatie een ander beeld zien.
Vanuit zowel het Ministerie van 0. en W.de gemeenten als de instellingen voor
basisedukatie wordt thans een meer régionale struktuur voorgestaan. De eerste
aanzet hiertoe werd bij de toetsing van de "Jaarprogrammas Basisedukatie 1987
en 1988" gedaan. Het Ministerie van 0. en W. isgezien de financiële aspekten
van de basisedukatie, van mening dat een régionale struktuur de voorkeur ver-
dient boven verschillende kleinschalige lokale strukturen.
Het Ministerie stelt hierbij dat een projekt voor basisedukatie, wil dit goed
kunnen funktioneren en een breed aanbod kunnen bieden, uit zou moeten komen op
een jaarlijks budget van minimaal 300.000,
Samenwerking van kleine(re) projekten wordt door het Ministerie van 0. en W. dan
ook als een pré gezien.
Na de voornoemde overwegingen vanuit het Ministerie is daarna ook bij de andere
participanten in de basisedukatie, de gemeenten en de instellingen voor basis
edukatie, geleidelijk een zekere voorkeur voor een régionale struktuur ontstaan.
- 2 -