HOOFDSTUK 8 BEGROTING EN REKENING
Artikel 32 Ontwerpbegroting
1. Het dagelijks bestuur maakt jaarlijks voor 1 april een ontwerpbegroting
op. De ramingen in de begroting worden toegelicht.
2. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerp-begroting en de
begrotingswijzigingen tenminste negen weken voordat het ontwerp aan het
algemeen bestuur ter vaststelling wordt voorgelegd, toe aan de raden van
de deelnemende gemeenten.
3. Het dagelijks bestuur inventariseert de koramentaren van de raden,
waarin deze van hun gevoelen doen blijken, en voegt deze bij het
ontwerp zoals die aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Artikel 33 Vaststelling begroting
1. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast voor 1 juli van het jaar,
voorafgaande aan dat waarvoor de begroting moet dienen.
2. Terstond na de vaststelling wordt de begroting toegezonden aan de raden
van de deelnemende gemeenten.
3. Artikel 238, tweede en derde lid, en de artikelen 239 tôt en met 251 van
de gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 34 Raming bijdrage afzonderlijke gemeenten
1. In de begroting wordt aangegeven de naar raming door elke deelnemende
gemeente voor het jaar, waarop de begroting betrekking heeft,
verschuldigde bijdrage in de kosten van het openbaar lichaam.
2. Voor de berekening van deze bijdrage wordt uitgegaan van:
a. het inwoneraantal op 1 januari van het jaar, voorafgaande aan dat
waarvoor de bijdrage verschuldigd is; voor de vaststelling van het
aantal inwoners worden aangehouden de door het Centraal Bureau
voor Statistiek laatstelijk openbaar gemaakte bevolkingscijfers;
b. de bijdrage per gemeente voor de kosten in verband met de
uitoefening van bepaaide bevoegdheden c.q. taken, waarvoor bij
besluit van het algemeen bestuur een afwijkende kostenverdeling is
vastgesteld.
3. De deelnemende gemeenten betaien bij wijze van voorschot jaarlijks voor
16 januari, 16 april, 16 juli en 16 oktober telkens een vierde gedeelte
van de bijdrage, zoals bedoeld in het eerste lid.
4. De artikelen 246, 247, 248 en 248-a van de Gemeentewet zijn van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 35 Verifikatie rekening
1. Van de baten en lasten van het openbaar lichaam wordt door het
dagelijks bestuur over elk dienstjaar verantwoording gedaan aan het
algemeen bestuur onder overlegging van de rekening met de daarbij
behorende bescheiden. Het dagelijks bestuur voegt daarbij een verslag
van een onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, alsmede
hetgeen het dagelijks bestuur voor zijn verantwoording dienstig acht.
2. De rekening wordt met de toelichting en het verslag, als bedoeld in het
eerste lid, aan de raden van de deelnemende gemeenten toegezonden.
CEVAN/G.R.
JHV/881101
10