Het algemeen bestuur onderzoekt de rekening zonder uitstel en stelt
haar voorlopig vast voor 1 juli van het jaar, volgend op dat waarop de
rekening betrekking heeft.
De artikelen 256, 258 en 259 van de gemeentewet zijn van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 36 Bijdragen afzonderlijke gemeenten en verrekening
1. In de rekening wordt het door elk van de deelnemende gemeenten over
het dcsbetreffende jaar werkelijk verschuldigde bedrag opgenomen, waarbij
de verdeling naar rato van het inwoneraantal piaats heeft op basis van
het inwoneraantal op 1 januari van het jaar waarop de kosten betrekking
hebbcn.
2. Verrekening van het verschil tussen het op grond van artikel 34, eerste
en tweede lid bepaalde, en het werkelijk verschuldigde, heeft piaats na
ontvangst van de mededeling van de vaststelling van de rekening door
gedeputeerde staten.
CEVAN/G.R.
JHV/881101
11
f