d. dfa 26c gemeensch.r. - 9 -
Hoofdstuk 7
Verplichting tôt mededeling en overleg
Artikel 24.
1. Indien één der besturen van het schap voornemens is besluiten te
nemen op grond van de artikelen 10 of 61 van de Woonwagenwet of an—
derszins maatregelen te treffen, stelt het dagelijks bestuur van
het schap de betrokken collèges van burgemeester en wethouders van
dat voornemen in kennis met het verzoek hun gevoelen ter zake ken—
baar te maken.
2. Het betrokken bestuursorgaan van het schap gaat eerst tôt het tref
fen van een maatregel, bedoeld in het vorige lid over wanneer bur
gemeester en wethouders hun mening terzake kenbaar hebben gemaakt
of wanneer zes weken na de dag van verzending van de in het vorige
lid bedoelde kennisgeving zijn verlopen. In spoedeisende gevallen
kan hiervan worden afgeweken, mits van het voornemen daartoe bij de
in de vorige zin bedoelde kennisgeving mededeling wordt gedaan.
3. Indien het collège van burgemeester en wethouders of de burgemester
van een gemeente besluiten neemt op grond van de artikelen 19, 23,
26, 28, 30, 31 tweede lid, 31a, 35, 36 en 47 van de Woonwagenwet
wordt hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan het dagelijks
bestuur van het schap gedaan.
Artikel 25.
1. De bestuursorganen van de gemeenten verplichten zich, ieder voor
zoveel hun bevoegdheden betreft, er aan mee te werken dat zo spoe
dig mogelijk de grond, waarop een woonwagencentrum ingevolge het
bepaalde in deze regeling is of zal worden gevestigd, aan het schap
wordt verkocht en in eigendom overgedragenof in erfpacht wordt
uitgegeven, zodanig dat daarop een woonwagencentrum gehandhaafd of
gevestigd kan worden.
2. De erfpacht vindt plaats volgens nader door het algemeen bestuur in
overleg met de eigenaarte stellen regels met inachtneming van het
bepaalde in de artikelen 767 t/m 783 van het Burgerlijk Wetboek.
3. Het schap is gehouden bij opheffing of verplaatsing van een woonwa
gencentrum de ingevolge het bepaalde in het eerste lid geleverde
grond aan de desbetreffende gemeente weder te verkopen, indien de
gemeente dit wenst, tegen een prijs gelijk aan de taxatiewaarde ten
tijde van het sluiten van deze overeenkomst of zoveel als wordt
overeengekomen