d. dfa 26c gemeensch.r. - 10 - Hoofdstuk 8 Financiële bepalingen. Artikel 26. Geldmiddelen 1. De geldmiddelen van het schap worden gevormd door a. bijdragen van de deelnemende gemeenten; b. subisidies, bijdragen en schenkingen van anderen; c. overige inkomensten. Artikel 27. Geldelijk beheer en boekhouding. 1. Het algemeen bestuur stelt voorschriften vast ter zake van het gel delijk beheer en de boekhouding. 2. Het algemeen bestuur wijst één of meer deskundigen aan voor de con trôle op het geldelijke beheer en de boekhouding. 3. Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tôt de in het tweede lid bedoelde contrôle. Artikel 28. Begroting.* 1. Het dagelijks bestuur maakt jaarlijks v66r 1 april een ontwerp-be- groting voor het komende jaar. De ramingen van de ontwerp-begroting worden behoorlijk schriftelijk toegelicht. 2. In de begroting wordt aangegeven de, naar raming door elke gemeente voor het jaar waarop de begroting betrekking heeft, verschuldigde bijdrage 3. Voor de berekening van de in het vorige lid bedoelde bi jdrage wordt, rekeninghoudend met bijdragen van het rijk of anderen, uit- gegaan van het inwonertal op 1 januari van het jaar voorafgaande aan dat, waarvoor de bijdrage is verschuldigdHierbij wordt uitge- gaan van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek bekend ge- maakt bevolkingscijfers 4. De gemeenten betalen bij wijze van voorschot jaarlijks voor 1 mei van het begrotingsjaar de in het tweede lid bedoelde bijdragen. 5. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast v66r 1 juli van het jaar, voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient. 6. Terstond na de vaststelling wordt de begroting in afschrift toege- zonden aan de raden van de gemeenten, die de daarin opgenomen deel- nemersbijdrage in hun begroting opnemenIs de begroting vastge- steld overeenkomstig het ontwerp als bedoeld in het 1e lid dan kan worden volstaan met een mededeling hiervan. 7. Het dagelijks bestuur zendt de begroting terstond na vaststelling naar gedeputeerde staten ter goedkeuring. Van de goedkeuring doet het dagelijks bestuur mededeling aan de raden van de gemeenten. 8. Met betrekking tôt wijzigingen van de begroting is het bepaalde in de voorafgaande leden, alsmede het bepaalde in lid 9 van overeen- komstige toepassing. 9. Wanneer aan het algemeen bestuur blijkt, dat de raad van een ge meente niet voldoet aan het bepaalde in lid 6, verzoekt het alge meen bestuur gedeputeerde staten over te gaan tôt toepassing van artikel 240 van de gemeentewet. 10.Het begrotingsjaar valt samen met het kalenderjaar In artikel 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn (procé dure) voorschriften opgenomen met betrekking tôt de begroting.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1988 | | pagina 30