5
Artike1 36
Onder voorzieningen in dit artikel moeten materiele zaken worden
verstaan. Men kan dus niet op grond van dit artikel gebruik maken van
de diensten van andere personeelsleden. Dat wordt geregeld in artikel
37. Voorzieningen zijn bijvoorbeeld telefoon, schrijfmachine en andere
apparatuur, briefpapier en vergaderruimteHet verdient aanbeveling aan
het begin van de zittingsperiode met het boofd van dienst afspraken te
maken wie van wat gebruik kan maken: immershet gebruik van voorzie
ningen wordt aan de kommissie toegestaan, dus niet ieder kommissielid
kan op eigen houtje de voorzieningen gebruiken.
Hoofdstuk 8
Onder voorzieningen moeten in dit hoofdstuk worden verstaan beslissin-
gen van burgemeester en wethouders als bedoeld in bijvoorbeeld artikel
14, lid 4, artikel 17, lid 2, artikel 24, lid 3, artikel 35, leden 4 en
6, artikel 36 en artikel 37, lid 2.
Hoofdstuk 9
Bij het overgangsrecht is in dit model (zie artikel 44) uitgegaan van
het door het Centraal orgaan in 1978 aangeboden modelreglement medezeg-
genschap. Indien plaatselijk een ander reglement geldt (of nog geen
reglement werd vastgesteld)dan dient artikel 44 aan die omstandigheid
te worden aangepast. Aan het slot van deze artikelsgewijze toelichting
vestigen wij nog aandacht op een tweetal aspekten.
In de tekst van dit model-reglement komt een aantal malen de termino-
logie in overleg met de organisatie dan wel in overleg met de Kommissie
voor georganiseerd overleg voor. Deze redaktie is in overeenstemming
met het bepaalde in artikel 125, tweede lid jo eerste lid, onder k, van
de Ambtenarenwet 1929. Het bepaalde in de Ambtenarenwet 1929 verplicht
het bevoegde gezag overleg te plegen met de daarvoor in aanmerking
komende organisaties van overheidspersoneelDit overleg dient, zo
enigszins mogelijk, gericht te zijn op het bereiken van overeenstem
ming. Mocht het bereiken van overeenstemming uiteindelijk niet mogelijk
blijken dan is het bevoegde gezag gerechtigd eenzijdig de voorgenomen
beslissing te nemen en ten uitvoer te doen leggen. Het is duidelijk dat
een voomemen waarover overeenstemming werd bereikt, dan wel een grote
mate van instemming, eenvoudiger is uit te voeren dan een voomemen
waaraan die instemming dan wel overeenstemming gedeeltelijk of geheel
ontbreekt
Om dit laatste te onderstrepen is in artikel 15 van het model-reglement
de terminologie in overeenstemming met de organisatie gekozen.
In hoofdstuk 8 van de model-regeling is een beroepsregeling opgenomen.
Vergelijking van deze regeling met de artikelen 129 en verder van de
Dienstkommissieregeling van het rijk (hoofdstuk XI A ARAR) leert dat de
geschillenregeling van het ARAR verschilt van de regeling waarvoor het
Centraal orgaan heeft geopteerd. De reden is dat het Centraal orgaan
het niet dienstig achtte in elke gemeente een kollege van advies als in
het ARAR bedoeld in te laten stellen. Vele kleine(re) gemeenten hebben
immers nog geen Kommissie voor georganiseerd overleg omdat de secreta-
rie (inclusief de afdeling dienst gemeentewerken) daarvoor te klein is.
Wat grotere gemeenten hebben wel een GO maar zijn dan toch nog te klein
voor een aparte kommissie voor advies als het kollege van advies uit
het ARAR. Derhalve heeft het Centraal orgaan gekozen voor een geschil-