- 5 -
3. De houder is voorts verplicht om, indien de krachtens artikel 3,
tweede lid, verstrekte gegevens wijziging ondergaan, daarvan
onmiddellijk schriftelijk mededeling te doen aan burgemeester en
wethouders
artikel 14
Intrekking of wijziging van vergunning of vrijstelling
1. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning of vrijstelling
intrekken of wijzigen:
a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige
gegevens zijn verstrekt;
b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of
inzichten, opgetreden na het verlenen van de vergunning of
vrijstelling, moet worden aangenomen, dat intrekking of wijziging
daarvan wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming
waarvan de vergunning is verstrekt;
c. indien de aan de vergunning of vrijstelling verbonden algemene of
nadere regels niet zijn of worden nagekomen;
d. indien van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen een redelijke
termijn;
e. indien de houder dit verzoekt;
2. Een besluit tot intrekking of wijziging van een vergunning of vrijstelling
is met redenen omkleed. Dit besluit wordt niet genomen, dan nadat de houder
van de vergunning in de gelegenheid is gesteld binnen een door burgemeester
en wethouders te stellen termijn zijn oordeel kenbaar te maken omtrent
het voornemen tot het nemen van dit besluit.
3. Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de kinderen tijdelijke
of blijvende sluiting van een kindercentrum of een gastouderbureau
gelasten, indien naar hun oordeel dringende omstandigheden die niet uit
deze verordening voortvloeiende daartoe aanleiding geven.
HOOFDSTUK 2 NADERE REGELS
paragraaf 1
Regels voor kindercentra en gastouderbureaus
artikel 15
Algemene regels
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij openbaar ter kennis te
brengen besluit algemene of nadere regels te stellen, waaraan het
kindercentrum, de houder en de in het kindercentrum werkzame funktionarissen
en begeleiders moeten voldoen. Deze regels hebben betrekking op.
a. de verzorging en begeleiding van en het toezicht op de kinderen;
b. de akkommodatie en inrichting en hygienische toestand van de voorziening,
c. de veiligheid van de voorziening;
d. de aan de funktionarissen en begeleiders te stellen eisen van gezond-
heid en gedrag.
2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij openbaar ter kennis te
brengen besluit algemene of nadere regels te stellen, waaraan het gast-^
ouderbureau, de houder, de bij het gastouderbureau werkzame funktionarissen
en begeleiders en de bij het bureau aangesloten gastouders moeten voldoen.
-6-