SALDIRESERVE IN RELATIE MET ALTERNATIEF I BIJLAGE III 1991: Vaststelling tarieven op: f292,50 en f. 363,50 Er ontstaat geen tekort. 1992; Vaststelling tarieven op: f. 320,50 en 398,ā€” Er ontstaat geen tekort. 1993: Vaststelling tarieven op: f. 324,en f. 402,50 (is kostendekkendtarief voor 1994 etc.) Er ontstaat een tekort dat tlv de saldireserve gebracht moet worden: 2.745 percelen a 587,/- f. 402,50) f. 506.452,50 525 percelen a (f. 472,50 -/- f. 324, - 77-962,50 Tlv de saldireserve: f.584^415iā€” 1994: Handhaving tarieven op: f. 324,en f. 402,50 Er ontstaat geen tekort. Nb. Indien besloten wordt dat het eerste dekkingsvoorstel van het kollege het maximaal haalbare is dan ontstaat er in 1991 ook nog een tekort, dat als volgt becijferd kan worden: Eerste voorstel: Tarieven van respectievelijk 264,en f. 328, Tekort: 2.745 percelen a 363,50 -/- f. 328, f. 97.447,50 525 percelen a 292,50 -/- f. 264, 14.962,50 Extra tlv de saldireserve: 112.410^- In totaaal wordt er dan een beslag op de saldi reserve gelegd van: f.696.825*--

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1990 | | pagina 84