H 28,
LEEUWARDERADEEL
GEMEENTE
Nr. 90/183 b.
De raad van de gemeente Leeuwarderadeel
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 december
gelet op de artikelen 272, letter a, en 273 van de gemeentewet, als-
mede op het besluit gemeentelijke onroerend-goedbelastingen
besluiten:
vast te stellen de volgende:
ViBQ?QiNING_gP_QE_HEFFING_VAN_gNRgEREND-Gg|DBELASTINGEN
Artikel 1 Cvoorwerp van de belastingen, belastingplicht)
Terzake van binnen de gemeente gelegen onroerend goed met uitzondering
van ten behoeve van de land- tuin- of bosbouw bednjf smatig geexploiteer-
de kultuurgrond worden onder de naam "onroerend-goedbelasting" jaarlijks
geheven:
a. een direkte belasting van degene, die - naar de omstandigheden beoor-
deeld - bij het begin van het belastingjaar een onroerend goed al dan
niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht feitelijk gebruikt;
b. een direkte belasting van degene, die bij het begin van het belasting
jaar van een onroerend goed het genot heeft krachtens zakelijk recht.
Artikel 2 Cgrondslag)
De grondslag, waarnaar de in artikel 1 bedoelde belastingen worden gehe
ven, is de waarde welke aan het onroerendegoed in he~ economische verkeer
kan worden toegekend.
Artikel 3 Cbegriosomschrijving]
Deze verordening verstaat onder:
1. een onroerend goed dan wel het onroerende goed:
a. een gebouwd eigendom met zijn gebouwde aanhorigheden - daaronder begre-
pen de ondergrond van dat eigendom en van die aanhorigheden - en met
zijn ongabouwde aanhorigheden;
b. een ongebouwd eigendom niet zijnde de ondergrond of een aanhorigneid van
een gebouwd eigendom, met zijn gebouwde aanhorigheden - daaronder begre-
pen de ondergrond van die aanhorigheden - en met zijn ongebouwde aanho
righeden;
c. indien gedeslten van de onder a. of b. bedoelde eigendommen - andere dan
de gedeelten van een onroerend goed als bedoeld in artikel 2, tweede lid,
letter b, van het besluit D.G.3. - blijkens hun indeling zijn bsszemd om
als een afzonoerlijk geheel te warden gebruikt: elk als zooanig bestemd
- 2 -