Mgemeb^jte
LEEUWARDERADEEL
Nr.4
de raad van de gemeente Leeuwarderadeel;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 januari 1991;
gelet op het resultaat van het met de medezeggenschapsraden gevoerde
overleg;
alsmede gelet op het advies van de raadskommissie Welzijn en de bepalingen
van de Wet op het Basisonderwijs
b e s 1 u i t:
1. vast te stellen de navolgende "Verordening betreffende de volgorde van
afvloeiing van het onderwijzend personeel van de openbare scholen voor
basisonderwij s
Artikel 1. Begripsbeoalineen
Deze verordening verstaat onder:
a. school: een school voor basisonderwijs
b. belanghebbende: het lid van het onderwijzend personeel, aangesteld aan
een van de gemeentelijke scholen;
c. diensttijd: uitsluitend de tijd, doorgebracht in een betrekking:
1. aan een school of inrichting als bedoeld in de Wet op het voortgezet
onderwijs danwel de Overgangswet voortgezet onderwijs - waaronder begrepen
vormingsinstituten, de instituten waaraan het nieuw vervolg/beroepsonderwijs
wordt gegeven, danwel de instituten waaraan het deeltijd ver
volg/beroepsonderwijs wordt gegeven - en in de wetten die geacht kunnen
worden aan de Wet op het voortgezet onderwijs te zijn voorafgegaan;
2. aan een school of inrichting waarop de Kleuteronderwijswet of de Lager-
onderwijswet 1920 van toepassing is c.q. de onderwijsvormen die in de plaats
daarvan zijn of worden ingesteld, met dien verstande dat de tijd voor
augustus 1956 doorgebracht aan een school voor kleuteronderwijs slechts
meetelt, indien daaruit inkomsten werden genoten
3. aan een school waarop de Wet op het basisonderwijs of de Interimwet op het
speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs van toepassing is;
4. aan een instelling voor MO-opleidingen in de zin van de Wet op de M0-
opleidingen;
5. aan een instelling waarop de Wet op het hoger beroepsonderwijs van toepas
sing is;
de zogenaamde bewaarscholen