b. vervolgens de belanghebbende met een vaste aanstelling;
2. binnen elke groepering genoemd in het eerste lid wordt de hiernavolgende
volgorde aangehouden:
a. eerst degene die aan het bevoegd gezag schriftelijk te kennen heeft gegeven
geen bezwaar tegen afvloeiing te hebben, waarbij de oudste in leeftijd het
eerst in aanmerking komt;
b. vervolgens degene die de minste diensttijd heeft, waarbij in geval van
gelijke diensttijd de jongste in leeftijd het eerst in aanmerking komt;
3. de direkteur van een school vloeit slechts af bij de opheffing van de
school;
4. de belanghebbende die op grond van de eerste twee leden van dit artikel voor
afvloeiing in aanmerking komt en die de laatste aan de basisschool verbonden
onderwij sgevende is in het bezit van de akte leidster of hoofdleidster bij
het kleuteronderwijs of een hiermee gelijkgestelde akte, wordt tot 31 juli
1992 voor ontslag overgeslagen.
Artikel 3. Categorieen
Afvloeiing vindt overeenkomstig de in artikel 2 genoemde volgorde voor de
volgende categorieen afzonderlijk plaats:
a. personeel aangesteld aan de school als groepsleraar
b. personeel aangesteld aan de school voor het geven van vakonderwijs per
vakgebied, zoals aangegeven in het schoolwerkplan;
c. personeel aangesteld aan de school voor het geven van onderwij s in eigen
taal en kultuur per taalgroep, zoals aangegeven in het schoolwerkplan.
Artikel 4. OWBO/WBO-protocol
1. Burgemeester en wethouders stellen voor elke op 1 augustus 1985 te vormen
basisschool een protocol vast met inachtneming van het in de leden 2. en 3
bepaalde
2. voor elke basisschool wordt van de belanghebbenden die daar op 1 augustus
1985 als groepsleraar in vaste dienst zijn aangesteld en die op 31 juli 1985
aan een openbare kleuter- of lagere school binnen de gemeente waren aange
steld:
a. een lijst opgesteld die de afvloeiingsvolgorde aangeeft van degenen die op
31 juli 1985 aan een openbare kleuterschool binnen de gemeente waren
verbonden (lijst I) en
b. een lijst die de afvloeiingsvolgorde aangeeft van degenen die op 31 juli
1985 aan een openbare lagere school binnen de gemeente waren verbonden
(lijst II);
c. de op de onder a. respektievelijk b. van dit lid bedoelde lijst neer te
leggen volgorde van de in dit lid genoemde groepsleraren wordt als volgt
bepaald:
1. bovenaan wordt de groepsleraar geplaatst die op 31 juli 1985 als hoofd
leidster van een openbare kleuterschool respektievelijk als hoofd van een
openbare lagere school binnen de gemeente was aangesteld;
indien het om meer dan een ex-hoofdleidster respektievelijk ex-hoofd gaat,
is hun diensttijd bepalend voor hun onderlinge volgorde en in geval van
gelijke diensttijd wordt de jongste in leeftijd lager in volgorde geplaatst;
2. voor de overige op de onder a. respektievelijk b. bedoelde lijst te vermel-