3het tweede lid is niet van toepassing op de belanghebbende die aan het
bevoegd gezag schriftelijk te kennen beeft gegeven geen bezwaar tegen
afvloeiing te hebben, met inachtneming van het in artikel 2, vierde lid,
bepaalde
4. bij beeindiging van de door het bevoegd gezag verstrekte aanstelling aan de
desbetreffende school, vervalt de plaats van de belanghebbende op het
verzorgingssprotocol van de desbetreffende school
5. op 1 augustus 1991 vervalt voor de desbetreffende school het protocol als
bedoeld in artikel 4 en het protocol als bedoeld in artikel 4a indien aan
het bepaalde in artikel 4a voor 1 augustus 1991 voor de desbetreffende
school toepassing is gegeven.
Artikel 5. Hardheidsclausule
1. ter vermijding van kennelijke onbillijkheid of als het belang van de school
dit kennelijk vereist, kan bij de verlening van ontslag van de over-
eenkomstige artikelen 2, 3, 4, 4a respektievelijk 4b bepaalde volgorde
worden afgeweken, met dien verstande dat, indien de omvang van de voor-
genomen afvloeiing daartoe aanleiding geeft, deze geschiedt naar een
bepaalde vooraf vastgesteld en aan belanghebbenden kenbaar gemaakt plan;
2. aan het bepaalde in het vorige lid wordt voor zover het omvangrijke afwij -
kingen betreft slechts uitvoering gegeven na overleg met belanghebbenden en
na de daarvoor in aanmerking komende organisaties van onderwij zend personeel
en de medezeggenschapsraden te hebben gehoord;
3. indien er sprake is van fusie van scholen kan het bevoegd gezag na overleg
met belanghebbenden en na de daarvoor in aanmerking komende organisaties van
onderwijzend personeel en de medezeggenschapsraden te hebben gehoord
afwijken van het in artikel 4a derde lid, onder c bepaalde.
Artikel 6. Overgangsbenaling
1. voor de belanghebbende die op 31 juli 1991 en op 1 augustus 1991 aan de
school zijn aangesteld wordt als tot op dat moment opgebouwde diensttijd
alleen die diensttijd in aanmerking genomen welke reeds bij het bevoegd
gezag bekend is, alsmede de diensttijd welke alsnog bij het bevoegd gezag
wordt opgegeven binnen drie maanden na de uitnodiging daartoe door het
bevoegd gezag.
Artikel 7. Wiiziging verordening
Burgemeester en wethouders leggen elk wijzigingsvoorstel van deze verorde
ning voor overleg voor aan de daarvoor in aanmerking komende organisaties
van onderwijzend personeel en ter kennisneming aan de betrokken medezeg
genschapsraden alvorens zij dit voorstel ter vaststelling aan de gemeente-
raad voorleggen.
Artikel 8. Slotbenaling
1. deze verordening kan worden aangehaald als "afvloeiingsregeling openbaar
basisonderwijs" en treedt in werking op 1 augustus 1991. De bij raadsbesluit