Een langere periode dan een jaar kan in aanmerking worden genomen bij bijstand in duurzame noodzakelijke gebruiksgoederen C. De gemeente bepaalt zelf de hoogte van de aflossingsbedragen bij geldleningen Deze aflossingen worden zo vastgesteld dat er voor de betrok- kene in ieder geval een ruimte overblijft, gelijk aan de be- slagvrije voet, zoals voorgesteld in het wetsvoorstel tot algemene regeling op loon, sociale uitkeringen en andere periodieke betalingen. In het algemeen is deze beslagvrije voet gelijk aan 90% van de betreffende bijstandsnorm. De gemeente is echter bevoegd om een lager percentage voor af-lossingen te stellen dan de resterende 10%. Het zal in de regel niet verantwoord zijn om de 10% ruimte langdurig voile- dig te benutten. De gemeente heeft ook vrijheid om het restant van de leenbij- stand na een bepaalde aflossingspremie kwijt te schelden. 3. Samenhanq met qemeenteliik minimabeleid. In de memorie van toelichting sugereert de staatssecretaris dat met de decentralisatie van de bijzondere bijstand de noodzaak verdwijnt om naast de bijstand aparte gemeentelijke fondsen te laten functioneren. De beleidsruimte zou dan zo groot zijn dat in veel gevallen, waarin momenteel een beroep wordt gedaan op een gemeentelijk fonds, in de toekomst bijzondere bijstand kan worden toegekend. De Staatssecretaris geeft echter tevens begrenzing aan. a. De integratie moet passen binnen de uitgangspunten van de ABW. b. Het kwijtschelden van gemeentelijke belastingen kan niet aan- gemerkt worden als bijzondere bijstand. c. Bijstandsverlening voor schulden is slechts mogelijk via borgstelling. d. Er moet sprake zijn een individuele toetsing en geen catego- rale benadering. In de praktijk blijkt, zonder precies inzage te hebben in het minimabeleid van alle gemeenten, dat maar zelden integratie van minimabeleid en bijzondere bijstand mogelijk is. Mogelijkheden daarvoor zijn bv: a. De gemeentelijke noodfondsen, waaruit een tegemoetkoming kan worden verstrekt voor duurzame gebruiksgoederen. b. Gemeentelijke studiefondsen en woonlastenfonds. c. Gemeentelijke regelingen die maatschappelijke participatie van huishoudens met een minimum inkomen bevorderd. Alleen indien de noodzaak van de bijstand wordt vastgesteld. d. Waarborgfondsen voor schuldensanering. Bijna in alle gevallen is bij de gemeenten in het minimabeleid geformuleerd dat het moet gaan om kosten waarvoor geen bijstand kan worden verleend Nu de uitgangspunten daarvoor nauwelijks zijn gewijzigd zal volledige integratie niet mogelijk zijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1991 | | pagina 114