Artike1 6 Artikel 5 wordt als volgt gelezen: Artikel 5 1. In afwijking van artikel 4 wordt, indien dit leidt tot een langere wachtgeldduurwaarin tevens voor zover van toepassing de bijzon- dere verlenging als bedoeld in het vierde lid is begrepen de duur van het wachtgeld vastgesteld overeenkomstig de volgende leden. 2. De duur van het wachtgeld wordt vastgesteld op drie maanden, vermeerderd voor de belanghebbende a. die op de dag van ontslag de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt met een duur gelijk aan 18% van de diensttijd; b. die op de dag van ontslag 21 jaar oud is met een duur van 19,5% van de diensttijd en zo vervolgens per leeftijdsjaar opklimmende met 1,5%; c. die op de dag van ontslag 60 jaar of ouder is, met een duur gelijk aan 78% van de diensttijd. 3Ten aanzien van de belanghebbende die bij de aanvang van de in het voorgaande lid bedoelde diensttijd in het genot was van wachtgeld, waarvan de duur is vastgesteld krachtens het eerste en tweede lid van dit artikel, of van een uitkering waarvan de duur is vastge steld krachtens artikel 6, tweede lid van de Uitkeringsverordening, wordt bij de tweede lid mede in aanmerking genomen de diensttijd, welke bij de berekening van de duur van het eerder toegekende is genomen. Op de aldus berekende duur wordt de duur van hyet eerder toegekende wachtgeld of de eerder toegekende het volgende lid, in mindering gebracht. 4. In aanvulling op de duur van het wachtgeld van de belanghebbende die ten tijde van het ontslag een diensttijd, voor zover geldig voor pensioen, van ten minste tien jaar voor zover geldig voor pensioen, van ten minste tien jaar heeft volbracht, wordt indien de som van zijn leeftijd en diensttijd ten tijde van het ontslag 60 jaren of meer bedraagt, na afloop van de termijn waarover wachtgeld is toegekend, een bijzondere verlenging verleend. Deze bijzondere verlenging duurt tot de eerste dag van de kalendermaand volgende op die waarin hij de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. 5De verlenging als bedoeld in het vierde lid vindt niet plaats in het geval, dat ter zake van een eerder toegekend wachtgeld de vorenbedoelde verlenging reeds heeft plaatsgehad, tenzij de belang hebbende nadien weder een diensttijd, voor zover geldig voor pensioen, van ten minste tien jaar heeft vervuld. In dat geval blijft de tijd die in aanmerking is genomen bij de bijzondere verlenging buiten aanmerking. Artikel 7 Onder het opschrift 'Vervolgwachtgeld' wordt het huidige artikel 6 vervangen door:

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1991 | | pagina 11