9. De regels die gesteld zijn krachtens artikel 42, negende lid, van de Werkloosheidswet, zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 6 Artikel 6 komt te luiden: Artikel 6 1. In afwijking van artikel 5, eerste en tweede lid, wordt, indien dit leidt tot een langere uitkeringsduurwaarin tevens voor zover van toepassing de bijzondere verlenging als bedoeld in het vierde lid van dit artikel is begrepen, de duur van de uitkering vastgesteld overeenkomstig de volgende leden. 2. De duur van de uitkering wordt vastgesteld op een aantal maanden, gelijk aan 1/6 deel van de diensttijd, waama de uitkomst naar boven wordt afgerond op hele maanden. 3De ingevolge het tweede lid berekende uitkeringsduur wordt ten hoogste vastgesteld op 24 maanden. 4. Indien een belanghebbende ten tijde van het ontslag een diensttijd van ten minste tien jaren heeft volbracht en de som van zijn leeftijd en diensttijd, die hij ten tijde van het ontslag heeft bereikt, 60 jaren of meer bedraagt, wordt hem na afloop van de termijn waarover uitkering is toegekend aansluitend gedurende een periode van zes maanden een bijzondere verlenging verleend. Artikel 7 Onder het opschrift 'Vervolguitkering komt artikel 7 onder vernumme- ring van het huidige artikel 7 te luiden: Artikel 7 1. De belanghebbende, die het einde van de uitkeringsduur, bedoeld in artikel 5, tweede lid, heeft bereikt, heeft in aansluiting op die uitkering recht op een vervolguitkering. 2. De belanghebbende die a. het einde van de uitkeringsduur, bedoeld in artikel 5, eerste lid, heeft bereikt, en b. voldoet aan de voorwaarde, bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel a of b, doch uitsluitend wegens zijn arbeidsverleden geen recht heeft op verlenging van de uitkeringsduur, heeft recht op een vervolguitkering. 3behoudens het gestelde in de volgende leden is de duur van de vervolguitkering een jaar. 4. De duur van de vervolguitkering voor de belanghebbende die op de dag van zijn ontslag 57,5 jaar of ouder is, bedraagt drie en een half jaar. 5. De belanghebbende aan wie ingevolge artikel 6 een uitkering is toegekend, heeft aansluitend recht op een vervolguitkering indien de toegekende uitkering eindigt op een tijdstip gelegen binnen een jaar na de datum waarop zijn uitkering zou zijn bedindigd, wanneer deze zou zijn toegekend ingevolge artikel 5. De vervolguitkering eindigt op het tijdstip gelegen een jaar na de in de vorige volzin bedoelde datum.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1991 | | pagina 20