Artikel 8
Onder het opschrift "Bedrag van de uitkering" komt artikel 8 onder
vernummering van het huidige artikel 8 als volgt te luiden:
Artikel 8
1. Het bedrag van de uitkering is gedurende de eerste twee maanden
gelijk aan 90% van de bezoldiging, gedurende de volgende twee
maanden 80% en vervolgens 70% van de bezoldiging.
2. Het bedrag van de uitkering is gedurende de termijn van de bij-
zondere verlenging ingevolge artikel 6, vierde lid, 70% van de
bezoldiging.
Artikel 9
Onder het opschrift "Bedrag van de vervolguitkering" wordt een artikel
9 onder vernummering van het huidige artikel 9 als volgt gewijzigd:
Artikel 9
1. het bedrag van de vervolguitkering is gelijk aan het minimumloon,
met dien verstande dat dit bedrag nooit meer kan bedragen dan 70%
van de bezoldiging.
2. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder minimumloon verstaan
het maandbedrag van het minimumloon bedoeld in artikel 8, eerste
lid, onder a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
(Stb. 1986, 657), of, indien het een belanghebbende jonger dan 23
jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon, bedoeld
in artikel 7, derde lid, en artikel 8 derde lid, van genoemde wet,
beide vermeerderd met de daarvoor berekende vakantiebijslag,
bedoeld in artikel 15 van die wet.
Artikel 10
De artikelen 11 t/m 13 komen te vervallen.
De opschriften "korte uitkering" en "Bedrag en duur" boven artikel 11
en "Opschorting bij einde werkloosheid" boven artikel 13 komen te
vervallen.
Artikel 11
De artikelen 7 t/m 10 wordt vernummerd in artikel 10 t/m 13
Artikel 12
In artikel 10 (nieuw) wordt artikel 4, lid 1 vervangen door artikel 6,
lid 1.
Artikel 13