Onder het opschrift "Einde van het rechtop uitkering" komt artikel 25 als volgt te luiden: Artikel 25 1. Het recht op uitkering eindigt: a. behoudens het bepaalde in het tweede lid, met ingang van de eerste dag van de tweede maand volgende op die waarin de be- langhebbende in de zin van artikel El van de Algemene bur- gerlijke pensioenwet uit hoofde van ziekten of gebreken blij - vend ongeschikt is verklaard de betrekking te vervullen waaruit hij met recht op uitkering is ontslagen; b. met ingang van de eerste dag van de kalendermaand volgende op die waarin de belanghebbende de leeftijd van 65 jaar heeft be- reikt; c. met ingang van de dag volgende op die waarop de belanghebbende is overleden; d. indien het recht op uitkering geheel wordt afgekocht. 2. In afwijking van het vorige lid, onder a, eindigt het recht op uitkering, indien de belanghebbende uit hoofde van ziekten gebreken blijvend ongeschikt is verklaard voor het vervullen van de betrekking die hij gedurende de met recht op uitkering doorge- brachte tijd bekleedde en waarin hij ambtenaar was in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet, met ingang van de dag waarop de belanghebbende uit even bedoelde betrekking wordt ontslagen. 3. De voorgaande leden zijn, voor zover nodig van overeenkomstige toepassing op een uitkering, bedoeld in artikel 15 Artikel 27 Het opschrift "garantie" alsmede artikel 26 komen te vervallen. Artikel 28 Artikel 27 en 28 worden vemummerd tot artikel 26 respectievelijk 27. Artikel 29 Nieuw artikel 28 toevoegen, luidende: Artikel 28 1. Op de uitkeringen toegekend krachtens de bepalingen van de uitke- ringsverordening zoals deze luidde voor 1 augustus 1991, worden voor de resterende duur na 30 juli 1991, de bepalingen van de uitkeringsverordening zoals deze luidde met ingang van 1 augustus 1991 toegepast, met dien verstande dat de hoogte voor de reeds vastgestelde duur nooit lager zal zijn dan op grond van de uitke ringsverordening zoals deze luidde voor 1 augustus 1991. 2. Ten aanzien van de uitkeringen, als bedoeld in het eerste lid, die voortduren na 30 juli 1991, wordt op basis van de desbetreffende bepalingen in de uitkeringsverordening zoals deze luiden met ingang van 1 augustus 1991, de duur opnieuw berekend. Indien de aldus

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1991 | | pagina 26