IV
B gemeente
LEEUWARDERADEEL
Nr.: 91/105
De raad van de gemeente Leeuwarderadeel;
gelezen de circulaires van het College voor Arbeidszaken van de V.N.G.
inzake de regeling Ouderschapsverlof
alsmede gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20
augustus 1991;
b e s 1 u i t:
vast te stellen de navolgende verordening Ouderschapsverlof;
Artikel 1
1. Belanghebbende is de medewerker die tenminste een jaar bij de gemeente
Leeuwarderadeel in dienst is voor tenminste gemiddeld 16 uur per week
en die een aanstelling heeft krachtens het Algemeen Ambtenarenregle-
ment.
2. Op de medewerker die tenminste een jaar bij de gemeente Leeuwarderadeel
in dienst is voor tenminste gemiddeld 16 uur per week en met wie een
arbeidsovereenkomst is gesloten krachtens de Arbeidsovereenkomstenver-
ordening dan wel krachtens de Arbeidsovereenkomstenverordening voor
personeel met een zodanige arbeidstijd dat het geen deelnemer kan zijn
aan een IZA-regeling, is deze verordening van overeenkomstige toepas-
sing.
Artikel 2
1. De belanghebbende die als ouder in een familierechtelijke betrekking
staat tot een kind, onderscheidenlijk de belanghebbende die blijkens
verklaringen uit het bevolkingsregister op hetzelfde adres woont als
een kind, en duurzaam de verzorging en opvoeding van dat kind op zich
heeft genomen, heeft recht op ouderschapsverlof met gedeeltelijk behoud
van bezoldiging.
2. Het recht op verlof bestaat voor kinderen die zijn geboren op of na 1
januari 1989. Geen recht op verlof bestaat over tijdvakken gelegen na
de datum waarop het kind als leer ling kan worden toegelaten tot de
basisschool.
3. Bij twee- of meerlingen bestaat slechts voor een kind aanspraak op
ouderschapsverlof.
Artikel 3
1. Het ouderschapsverlof bedraagt een aaneengesloten periode van tenminste
een en ten hoogste zes maanden over ten hoogste de helft van de voor
belanghebbende geldende gemiddelde arbeidsduur per week met een minimum