3 0 SEP. 1991 verleend op grond van artikel H4, lid 1 of artikel G2, lid 1 onder j van het Algemeen Ambtenarenreglement, is hij verplicht de bezoldiging die hij op grond van artikel 4, lid 1 of 2 heeft genoten, terug te betalen. 2. Geen terugbetalingsverplichting ontstaat indien het ontslag als bedoeld in artikel H4, lid 1 het gevolg is van het aanvaarden van een betrek- king bij een andere gemeente, en evenmin indien de belanghebbende aanspraak heeft op een uitkering op grond van artikel 1, laatste volzin, van de Uitkeringsverordening. 3. Indien de belanghebbende binnen drie maanden nadat hij ouderschapsverlof op grond van deze verordening heeft genoten, op eigen verzoek een betrekking aanvaardt voor minder uren dan hij direkt voorafgaande aan het ouderschapsverlof vervulde, dient hij de bezoldiging die hij op grond van artikel 4, lid 1 of 2 heeft genoten over de uren waarmee zijn aanstelling wordt verminderd, terug te betalen. 4. De belanghebbende die van het ouderschapsverlof gebruikt maakt dient zich tevoren schriftelijk akkoord te verklaren met het in lid 1 en 3 bepaalde. Artikel 7 Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, kunnen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling treffen Artikel 8 Deze verordening treedt in werking op 1 September 1991 en kan worden aangehaald als de "Verordening betaald ouderschapsverlof van de gemeente Leeuwarderadeel" Aldus vastgesteld door de raad voprnoemd in zijn openbare vergadering van 26 September 1991, de secretaris, de voorzitter, (J.J. nngma) (mr. C. Bijl) Op afschrift gezonden aan G.S.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1991 | | pagina 35