2. Het in het eerste lid bedoelde genot van diensten en het gebruik van
bezittingen, werken en inrichtingen bestaat uit:
a. het verwijderen van afvalstof fen afkomstig uit een bedrijfspand door
middel van (een) minicontainer(s)
b. het op verzoek incidenteel verwijderen van huishoudelijke afvalstof-
fen, grof huisvuil en bedrijfsafval;
c. het achterlaten van afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege
aangewezen plaats.
Belastingplicht
Artikel 9
Belastingplichtig voor de reinigingsrechten is degene op wiens verzoek dan
wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of degene die van de be
zittingen, werken of inrichtingen, bedoeld in artikel 8, gebruik maakt.
Maatstaf van heffing en tarieven
Verwijderen bedrijfsafval, huishoudelijk afval op verzoek, van bedrijfscon-
tainers
Artikel 10
Het recht bedraagt voor:
1. het eenmaal per week verwijderen van bedrijfsafval, als bedoeld in arti
kel 8, tweede lid, sub a afkomstig uit een bedrijfspand, per belasting-
jaar per bedrijfspand f 454,per minicontainer
2. het op verzoek incidenteel ophalen en afvoeren van huishoudelijke afval
stof fen, grof huisvuil en bedrijfsafval per 100 kg of gedeelte daarvan
f 25,(inclusief 18,5% omzetbelasting)te verhogen met 42,(inclu-
sief 18,5% omzetbelasting) per kwart manuur gemoeid met het ophalen en
afvoeren.
Achterlaten afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege aangewezen plaats
Artikel 11
Het recht bedraagt voor het achterlaten van afvalstoffen op een daartoe van
gemeentewege aangewezen plaats f 25,(inclusief 18,5% omzetbelasting) per
100 kg of gedeelte daarvan, voor zover de aangeboden hoeveelheden meer be
draagt dan 100 kg per week, een en ander met dien verstande dat:
a. voor het achterlaten vanuit een partikuliere huishouding afkomstig huis
houdelijk afval en grof huisvuil geen recht is verschuldigd;
b. voor het achterlaten van bouw- en sloopafval geen recht is verschuldigd,
voor zover de hoeveelheid minder bedraagt dan 500 kg per week.
Wijze van heffing
Artikel 12
1. De rechten bedoeld in artikel 10 onder 1 worden geheven bij wijze van
aanslag.
2. De rechten bedoeld in artikel 10 onder 2 en artikel 11 worden geheven
door middel van een gedagtekende nota waarop het verschuldigde bedrag
is vermeld. Burgemeester en wethouders stellen het model van de nota
vast
