LEEUWARDERADEEL
GEMEENTE
Nr. 134 f.
De raad van de gemeente Leeuwarderadeel
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 1991-;
gelet op de artikelen 272, letter a, en 273 van de gemeentewet, alsmede op
het besluit gemeentelijke onroerend-goedbelastingen;
besluiten:
vast te stellen de volgende:
VERORDENING OP DE HEFFING VAN ONROEREND-GOEDBELASTINGEN
Artikel 1 (voorwerp van de belastineen. belastingplicht)
Terzake van binnen de gemeente gelegen onroerend goed met uitzondering van
ten behoeve van de land- tuin- of bosbouw bedrijfsmatig geexploiteerde
kultuurgrond worden onder de naam "onroerend-goedbelasting" jaarlijks
geheven
a. een direkte belasting van degene, die - naar de omstandigheden beoor-
deeld - bij het begin van het belastingj aar een onroerend goed al dan
niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht feitelijk gebruikt;
b. een direkte belasting van degene, die bij het begin van het belasting-
jaar van een onroerend goed het genot heeft krachtens zakelijk recht.
Artikel 2 (erondslael
De grondslag, waarnaar de in artikel 1 bedoelde belastingen worden geheven,
is de waarde welke aan het onroerende goed in het economische verkeer kan
worden toegekend.
Artikel 3 fbegripsomschriiving)
Deze verordening verstaat onder:
1. een onroerend goed dan wel het onroerende goed:
a. een gebouwd eigendom met zijn gebouwde aanhorigheden - daaronder
begrepen de ondergrond van dat eigendom en van die aanhorigheden - en
met zijn ongebouwde aanhorigheden;
b. een ongebouwd eigendom niet zijnde de ondergrond of een aanhorigheid
van een gebouwd eigendom, met zijn gebouwde aanhorigheden - daaronder
begrepen de ondergrond van die aanhorigheden - en met zijn ongebouwde
aanhorigheden