financiele middelen af. Jaarlijks zal bekeken moeten worden
welke financiele ruimte er (voor een inhaaloperatie) is.
In 1992 en 1993 was deze ruimte er niet en ook voor 1994 zien
wij hiervoor vooralsnog geen financiele ruimte. Voor 1994 zijn
er voor de post "Groot onderhoud" 3 subsidie-aanvragen (v.
mm. en nn.) binnengekomen
Wij menen deze aanvragen voor het onderhoudsgedeelte te moeten
honoreren. De hoogte van de subsidies stellen wij, gezien het
beschikbare budget (f 2.500,vast op:
dorpsbelangen "Britsum" f 500,
voor onderhoud van de speelterreinen aan de
Finne en de L. Jellingastrjitte te Britsum.
Kommisje Boartersplak Koarnjum f 500,
voor onderhoud van het speelterrein aan de
Wylde Tulpstrjitte te Cornjum.
Wij zien voor 1994 geen financiele ruimte voor de verzoeken
van:
1. de Kommisje Boartersplak Koarnjum (mm.) voor het vervangen
van een toestel met slingertouw door een speelhuisje (kos-
ten f 3000
2. de Speeltuinkommissie H. de Jongstrjitte (nn.) voor de
aanschaf van een picknicktafel
3. dorpsbelangen "Britsum" (v.) voor het plaatsen van een
zandbak in het Sillan; en
4. buurtvereniging "Grovestins" (oo.) voor het plaatsen van
speelvoorzieningen aan de Grovestins te Stiens.
De aanvragen 2., 3. en 4. betreffen nieuwe voorzieningen en
deze passen derhalve niet binnen de post "Groot Onderhoud".
De speel-o-theek.
In 1993 is de Stichting "Speel-o-theek" (ff.) een struktureel
exploitatiesubsidie van f 1.000,toegekend. Basis voor deze
subsidiering was de akseptatie van de speel-o-theek als een
basisvoorziening. Hiermee is een eind aan een een aantal jaren
gevoerde diskussie over de subsidiering van de speel-o-theek
gekomen. Toegezegd is toen de hoogte van dit subsidie bij de
verdere konkretisering van het jeugd- en jongerenbeleid nog
eens aan een nadere beschouwing te onderwerpen.
De voornoemde toezegging overwegend menen wij in 1994 bij het
beleid van 1993 aan te moeten sluiten. De speel-o-theek is een
instelling waaraan in het kader van het akkommodatiebeleid in
de bibliotheek een nieuwe, eigen, plaats wordt toegedacht.
Wij menen hier nu evenwel niet met ad-hoc beslissingen op
vooruit te moeten lopen en dus evenals in 1993 een exploita-
tie-subsidie van f 1.000,toe te moeten kennen.
De aktiviteiten voor -ioncreren.
Zoals wij reeds hebben opgemerkt kan de jeugd in drie groepen
worden ingedeeld; de groep 4-12 jarigen, de groep 12 - 16
jarigen en de groep 16 - 18 jarigen.
Konkreet betekent het vorenstaande dat de W.I.L. ten aanzien
van een jeugd- en jongerenbeleid een driesporenbeleid zou
moeten ontwikkelen. Een beleid gericht op deze drie groepen.
De vraag rijst dan evenwel direkt of aan alle groepen dezelfde
prioriteit moet worden toegekend. Het betreft immers drie
totaal verschillende groepen.
10