b. een verklaring van een register-accountant
c. een verslag van de door de gemeente gesubsidieerde werkzaamhe-
den in het werkjaar, zodanig ingericht dat daaruit een juist en
volledig beeld kan worden verkregen van die werkzaamheden,
zulks met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, sub a. en
sub b., genoemde stukken.
Artikel 8
1. Het vaststellen van het definitieve subsidiebedrag geschiedt op basis
van de in de overlegde bescheiden opgenomen werkelijke uitgaven.
2. Daarbij wordt rekening gehouden met alle op de hoogte van het subsi
diebedrag van invloed zijnde gegevensinclusief uitgaven waarvoor
geen subsidie werd gevraagd maar die wel gerekend kunnen worden tot
de volledige exploitatie van de instelling.
Artikel 9
1. Het dagelijks bestuur kan er in toestemmen dat in bijzondere geval-
len, zulks ter beoordeling van het dagelijks bestuur, gehoord de
Commissie sociale zaken en welzijnsaangelegenheden, wordt afgeweken
van de in artikel 7 lid 2 genoemde termijn.
2. Het dagelijks bestuur, gehoord de Commissie sociale zaken en wel
zijnsaangelegenheden, kan bepalen dat kan worden volstaan met minder
gegevens of dat meer gegevens dienen te worden verstrekt dan in
artikel 7 lid 2 zijn genoemd.
3. Het dagelijks bestuur kan vormvoorschriften verbinden aan de rekening
en het verslag, als genoemd in artikel 7, lid 2.
Paragraaf 4 Voorschotten
Artikel 10
1. Op aanvraag van de instelling kan het college van burgemeester en
wethouders voorschotten verlenen op een toegekende subsidie.
2. Indien het definitief vastgesteld subsidiebedrag over een jaar lager
is dan de over dat jaar verstrekte voorschotten, dient de instelling
op eerste aanschrijving van het college van burgemeester en wethou
ders het te veel ontvangene terug te betalen.
3. Het college van burgemeester en wethouders kan, gehoord de Commissie
sociale zaken en welzijnsaangelegenheden, bepalen dat het in het
vorige lid bedoelde verschil wordt aangemerkt als voorschot op het
lopende werkjaar.
HOOFDSTUK III VERPLICHTINGEN VAN DE GESUBSIDIEERDE
Paragraaf 1 Overige administratieve bepalingen
Artikel 11
1. Van voorgenomen wijzigingen van de stichtingsakte of de statuten doet
de instelling mededeling aan het college van burgemeester en wethou
ders en zendt een afschrift daarvan aan het dagelijks bestuur.
2. Van wijzigingen van de stichtingsakte of de statuten en van de
samenstelling van het dagelijks bestuur van de instelling doet de
instelling binnen een maand na het ingaan van de wijziging(en)
mededeling aan het college van burgemeester en wethouders en zendt
een afschrift daarvan aan het dagelijks bestuur.
4