De grootte van de foto dient 3 bij 4 cm te zijn. De breedte van het
hoofd dient ongeveer 2 cm van de afbeelding in beslag te nemen. Beide
ogen dienen zichtbaar te zijn, eventueel achter een bril met door-
schijnende glazen. Het dragen van een donkere bril op de foto's is
niet toegestaan, tenzij de aanvrager heeft aangetoond dat zulks om
medische redenen noodzakelijk is.
Het hoofd dient onbedekt te zijn, tenzij de aanvrager heeft aange
toond dat godsdienstigelevensbeschouwelijke of medische oorzaken
zich hiertegen verzetten. De hoeken van de pasfoto moeten afgerond
zijn.
4. Indien de aanvrager niet kan ondertekenen als gevolg van leeftijd of
een handicap maakt het college van burgemeester en wethouders melding
van het niet ondertekenen op de aanvraag en op de identiteitskaart
Artikel 10
Het college van burgemeester en wethouders stelt als nadere regels het VNG-
reglement vast betreffende de wijze waarop de gegevens, als bedoeld in de
artikelen 6, 7, 8 en 9op de identiteitskaart moeten worden vermeld.
Artikel 11
1. De aanvraag van een identiteitskaart moet persoonlijk worden inge-
diend bij het college van burgemeester en wethouders.
2. Het college van burgemeester en wethouders stelt de identiteit van de
aanvrager vast.
3. Het college van burgemeester en wethouders kan de aanvrager verzoe-
ken, in verband met het onderzoek van zijn identiteit, de nodige
bewijsstukken te overleggen.
Artikel 12
1. Indien de aanvrager houder is van een reeds uitgereikte identiteits
kaart, wordt een aanvraag van een nieuwe identiteitskaart slechts in
behandeling genomen als de eerder uitgereikte identiteitskaart kan
worden ingehouden of, als de aanvrager de identiteitskaart vermist,
hij bij de aanvraag een schriftelijke verklaring over de vermissing
overlegt.
2. Indien de aanvrager houder is van een reeds eerder uitgereikte
identiteitskaart en deze niet kan worden overgelegd bij de aanvraag,
dan vergelijkt het college van burgemeester en wethouders de identi-
teitsgegevens van de aanvrager met de aanvraagbescheiden van de
eerder uitgereikte kaart.
3. Het eerste en tweede lid zijn ook van toepassing op identiteitskaar-
ten die door het college van burgemeester en wethouders van een
andere gemeente zijn uitgereikt. Het college van burgemeester en
wethouders vraagt in dat geval de aanvraagbescheiden op bij het
college van burgemeester en wethouders van die gemeente.
4. De aanvraagbescheiden worden door de ontvangende gemeente bewaard op
gelijke wijze als de eigen aanvraagbescheiden worden bewaard.
5. Indien een eerder aan de houder uitgereikte identiteitskaart niet is
ingehouden bij de aanvraag van een nieuwe kaart, dan wordt de nieuwe
kaart alleen uitgereikt tegen gelijktijdige inlevering van de oude
kaart of tegen de verklaring als bedoeld in het eerste lid.
4