Afbreken en wegvoeren van de inrichtingen v66r 1000 uur s avonds van de
derde kermisdag is verboden.
Op de eerste maandag na de kermis om 16.00 uur moeten de staanplaatsen
geheel ontruimd en verlaten, in de toestand waarin zij zijn aanvaard, weer
ter beschikking van de gemeente zijn gesteld, bij gebreke waarvan de
ontruiming of het weer in de vorige toestand brengen van gemeentewege
geschiedt voor rekening van de nalatige pachter.
Artikel 14
Op het kermisterrein, alsmede op het terrein waar de salonslaapwagens
worden geplaatst, zal van gemeentewege worden gezorgd voor voldoende
wateraftappunten en stroomtoevoercontacten en tijdens de kermis voor
politietoezichtDe terreinen worden tijdens de kermis en de afbraak ervan
door de Gemeentelijke Reinigingsdienst gereinigd.
Artikel 15
De exploitanten zijn verplicht te alien tijde in hun inrichtingen toe te
laten ambtenaren van politie, bouw- en woningtoezicht, brandweer alsmede
andere vertegenwoordigers van de gemeenteen de voorschriften op te volgen
die door deze personen in het belang van de openbare orde, veiligheid,
gezondheid en/of goede zeden worden gegeven.
Artikel 16
Het is verboden:
a. muziek te maken buiten de openingsuren, behoudens voor afstellen en
testen;
b. gebruik te maken van sirenes, hoorns- en anders dan in een draaizaak
om het begin en einde van een rit aan te geven - en/of andere overma-
tig lawaaimakende apparaten;
c. in verkoopzaken gebruik te maken van versterkers;
d. in vermaakzaken consumptie-artikelen of andere voorwerpen te verkopen
of uit te geven of automaten te hebben;
evanuit speelgoedkramen goederen met suikerwaren of snoepgoed in welke
vorm dan ook al dan niet aangehecht of gevuld te verkopen;
in nougatkramen speelgoed in welke vorm dan ook aangehecht met
snoepgoed, behalve de zgn. vulartikelen, zoals trompetten, wandel-
stokken, paraplu's en flesjes met speen, te verkopen;
f. v66r het sluitingsuur van de kermis inrichtingen te sluiten of onver-
licht te laten, behoudens bijzondere gevallen;
g. op het terrein levende dieren te vertonen, of inrichtingen in gebruik
te hebben in strijd met de Wet op de Kansspelen.
Artikel 17
1. Door de exploitant zullen de door de gemeente gestelde regelen
omtrent veiligheid, zowel in het algemeen als bij brand, in acht
genomen moeten worden.
2. De exploitant is voorts verplicht ervoor te zorgen, dat in de inrich-
ting al die maatregelen worden getroffen, welke redelijkerwijs kunnen
worden verwacht ter waarborging van de veiligheid van het publiek dat
zich in of nabij de inrichting bevindt.
Artikel 18
Indien de exploitanten en/of personeelsleden handelen of doen handelen in
strijd met de vorenstaande bepalingen kan op last van de burgemeester de
inrichting worden gesloten.
4