HOOFDSTUK II
DE BEHANDELING VAN DE AANVRAGEN OM EEN UITKERING
Artikel 2 Indienen van een aanvraag
1. Een aanvraag om een uitkering krachtens de wet wordt schriftelijk of
mondeling ingediend bij de afdeling.
2. Een schriftelijke aanvraag wordt zo spoedig mogelijk gesteld op een
aanvraagformulierwaarvan het model door het college van burgemees-
ter en wethouders wordt vastgesteld.
3. De afdeling stelt een mondelinge aanvraag bij de indiening op een
zodanig formulier.
4. De afdeling tekent de datum van ontvangst op het aanvraagformulier
aan.
5. De afdeling verstrekt een bewijs van ontvangst aan degene die de
aanvraag indient. Op dit bewijs van ontvangst wordt de datum van
indiening van de aanvraag aangetekend.
Artikel 3 Onderzoek omtrent de aanvraag
1. De afdeling wint inlichtingen in betreffende de burgerlijke staat van
de aanvrager en, indien deze in gezinsverband leeft, ook over de
samenstelling van de gezamenlijke huishouding.
2. De afdeling stelt een onderzoek in naar het inkomen van de aanvrager.
3. Zo de behandeling van de aanvraag dit op grond van de wet noodzake-
lijk maaktwint de afdeling ook andere dan onder het eerste lid
bedoelde inlichtingen in en wordt ook een ander dan het onder het
tweede lid bedoelde onderzoek ingesteld.
Artikel 4 Inlichtingen derden
1. De afdeling is bevoegd aan derden de in artikel 19 van de wet bedoel
de inlichtingen te vragen, alsmede inlichtingen welke rechtstreeks
verband houden met de aanvraag.
2. De afdeling heeft de bevoegdheid en de plichten welke in artikel 19
van de wet zijn toegekend.
Artikel 5 Het horen van derden
De afdeling geeft aan een derde, die bij de aanvraag om een uitkering is
betrokken, op zijn verzoek en met toestemming van de aanvrager, gelegenheid
daaromtrent te worden gehoord.
Artikel 6 Beschikking on de aanvraag
Het college van burgemeester en wethouders beslist op de aanvraag om een
uitkering uiterlijk binnen 13 weken nadat de aanvraag is ontvangen.
HOOFDSTUK III DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN
Artikel 7 Onderzoek bezwaarschrift
1. Een bezwaarschrift wordt gericht aan het college van burgemeester en
wethouders
2. Het college van burgemeester en wethouders zendt een ingekomen
bezwaarschrift onverwijld door naar de afdeling; deze stelt terzake
zonodig hernieuwd onderzoek in en brengt binnen 2 weken na ontvangst
van het bezwaarschrift rapport uit, vergezeld van een advies
2