Paragraaf 4 Geschil interpretatie
Artikel 46
Indien het bevoegde bestuursorgaan en de medezeggenschapsraad van mening
verschillen over de interpretatie van het bij of krachtens de wet dan wel
het reglement bepaalde, kan ieder van hen de Landelijke geschillenconunissie
voor het openbaar onderwijs verzoeken welke interpretatie daaraan dient te
worden gegeven.
Paragraaf 5 Geschil initiatief medezeggenschapsraad
Artikel 47 Geen reactie on standpunt of voorstel
Indien het bevoegde bestuursorgaan niet binnen 13 weken een reactie als
bedoeld in artikel 20, tweede lid, heeft uitgebracht op een door de
medezeggenschapsraad gedaan voorstel of kenbaar gemaakt standpunt als
bedoeld in artikel 20, eerste lid, kan de medezeggenschapsraad binnen twee
weken na het verstrijken van de termijn de Landelijke geschillenconunissie
voor het openbaar onderwijs verzoeken een termijn vast te stellen waarbin-
nen het bevoegde bestuursorgaan alsnog een zodanige reactie dient uit te
brengen.
Artikel 48 Onvoldoende gemotiveerde reactie
Indien het bevoegde bestuursorgaan naar het oordeel van de medezeggen
schapsraad een onvoldoende met redenen omklede reactie als bedoeld in
artikel 20, tweede lid, heeft uitgebracht op een door de medezeggenschaps
raad gedaan voorstel of kenbaar gemaakt standpunt als bedoeld in artikel
20, eerste lid, kan de medezeggenschapsraad de reactie ter beoordeling aan
de Landelijke geschillenconunissie voor het openbaar onderwijs voorleggen en
deze verzoeken een termijn vast te stellen waarbinnen het bevoegde be
stuursorgaan alsnog een zodanige reactie dient uit te brengen.
Artikel 49 Overleg
Indien de medezeggenschapsraad aan de Landelijke geschillenconunissie voor
het openbaar onderwij s een verzoek voorlegt als bedoeld in artikel 47 en 48
en het bevoegde bestuursorgaan geen overleg heeft gevoerd als bedoeld in
artikel 20, tweede lid, kan de medezeggenschapsraad de Landelijke geschil
lenconunissie voor het openbaar onderwijs verzoeken een termijn te bepalen
waarbinnen het overleg alsnog plaatsvindt.
HOOFDSTUK 9 GELEDINGENRADEN
Artikel 50
1. Het bevoegde bestuursorgaan stelt het personeel, de ouders en de
leerlingen in de gelegenheid om desgewenst onderscheidenlijk een
personeelsraad dan wel afzonderlijke raden voor het onderwijzend en
het onderwijsteunend personeel, een ouderraad en een leerlingenraad
in te stellen. Een dergelijke raad is bevoegd desgevraagd of eigener
beweging schriftelijk advies uit te brengen aan de medezeggenschaps
raad, met name over die aangelegenheden die de desbetreffende gele-
ding in het bijzonder aangaan.
2. Op verzoek van de geledingenraad stelt de medezeggenschapsraad het
bevoegde bestuursorgaan in kennis van een schriftelijk advies als
bedoeld in het eerste lid. Het bevoegde bestuursorgaan beslist op de
voorstellen, bedoeld in het eerste lid, tweede volzin, binnen 13
weken.
17