Artikel 21 Gebruik gemeente-eigendommen
Het is de vrijwilliger verboden, behoudens toestemming verleend door of
namens het college van burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen,
ten eigen bate aan de gemeente toebehorende eigendommen te gebruiken.
Artikel 22 Giften
Het is aan de vrijwilliger verboden:
a. vergoedingenbeloningen, giften of beloften van derden te vorderen,
te verzoeken of aan te nemen, anders dan met toestemming van het
college van burgemeester en wethouders;
b. steekpenningen aan te nemen.
Artikel 23 Beschikbaarheid
Indien de vrijwilliger niet beschikbaar kan zijn, is hij verplicht daarvan,
onder opgave van redenen, zo tijdig mogelijk mededeling te doen aan de
commandant
Artikel 24 Verplichting dragen dienstkleding en uitrustingsstukken
1. De vrijwilliger is verplicht tijdens zijn werkzaamheden de door of
namens het college van burgemeester en wethouders voorgeschreven
dienstkleding en uitrustingsstukken te dragen.
2. De dienstkleding en uitrustingsstukken worden van gemeentewege
kosteloos in bruikleen verstrekt aan de vrijwilliger, die bij ontslag
verplicht is deze bij de commandant in te leveren.
3. De vrijwilliger draagt zorg voor het onderhoud van de hem in bruik
leen verstrekte dienstkleding en uitrustingsstukken en hij is ver
plicht deze te doen onderwerpen aan de inspectie en controle door of
namens de commandant
4. Reparatie aan de dienstkleding en uitrustingsstukken geschiedt van
gemeentewege
5. Als uitgaansuniformkleding van de vrijwilligers bij de gemeentelijke
brandweer geldt de voor het rijksbrandweerpersoneel voorgeschreven
uitgaansuniformkleding
Artikel 25 Verbod dragen dienstkleding en uitrustingsstukken
Het is de vrijwilliger verboden:
1. de dienstkleding en uitrustingsstukken te dragen wanneer hij geen
werkzaamheden als vrijwilliger verricht, behalve in de gevallen
waarin het college van burgemeester en wethouders daarvoor toestem
ming heeft verleend;
2. de dienstkleding en uitrustingsstukken aan derden ten gebruike te
geven
3. dienstkleding te dragen voorzien van:
a. andere rangonderscheidingstekenen dan die verbonden aan de rang
welke betrokkene bekleedt;
b. insignes en andere onderscheidingstekenen, tenzij tot het
dragen daarvan hetzij van regeringswegehetzij door het
college van burgemeester en wethouders, toestemming is ver
leend.
5