3. Indien de vrijwilliger dit aanvraagt, kan van het bepaalde in het
tweede lid worden afgeweken.
4. Indien een strafrechtelijke vervolging tegen de vrijwilliger aanhan-
gig is, of indien overwogen wordt hem in aanmerking te brengen voor
een disciplinaire straf, kan het nemen van een beslissing op een
aanvraag om ontslag worden aangehouden totdat de uitspraak van de
strafrechter of de beslissing inzake de disciplinaire straf oriherroe-
pelijk is geworden.
Artikel 38 Ongevraagd ontslag
1. Het college van burgemeester en wethouders verleent de vrijwilliger
ongevraagd eervol ontslag op grond van het bereikt hebben van de 55-
jarige leeftijd.
Dit ontslag gaat in op de eerste dag van de maand volgende op die
waarin de leeftijd van 55 jaar is bereikt.
2. De ingangsdatum van het in het vorige lid bedoelde ontslag kan
telkens met een periode van <§<§n jaar worden opgeschort, indien zulks
door het college van burgemeester en wethouders in het belang van de
dienst wordt geacht en:
a. de vrijwilliger zulks heeft aangevraagd of daarmede instemt, en
b. de vrijwilliger blijkens het ingewonnen advies van een door het
college van burgemeester en wethouders aangewezen geneeskundi-
ge, lichamelijk en psychisch in staat kan worden geacht zijn
werkzaamheden te blijven verrichten.
Bedoelde opschorting eindigt in ieder geval op de eerste dag
van de maand volgende op die waarin de leeftijd van 60 jaar is
bereikt
3Niettemin kan het college van burgemeester en wethouders aan de
vrijwilliger die tussentijds blijkens het advies van een door het
college van burgemeester en wethouders aangewezen geneeskundige
ongeschikt is geworden voor het verder verrichten van werkzaamheden,
eervol ontslag verlenen met ingang van de eerste dag van de maand
volgende op die waarin bedoeld advies door het college van burgemees
ter en wethouders ter kennis van de vrijwilliger is gebracht.
Artikel 39 Gronden ongevraagd ontslag
1. Het college van burgemeester en wethouders kan de vrijwilliger
ongevraagd ontslag verlenen op grond van:
a. het eindigen van de noodzaak tot beschikbaarstelling of wegens
verandering in de organisatie van de gemeentelijke brandweer;
b. ondercuratelestelling;
c. toepassing van lijfsdwang wegens schulden krachtens onherroepe-
lijk geworden rechterlijke uitspraak;
d. onherroepelijk geworden veroordeling tot vrijheidsstraf wegens
misdrij f
e. de omstandigheid dat hij wegens de aard of de plaats van zijn
dagelijkse werkzaamheden dan wel de ligging van zijn woning
geacht moet worden niet langer in staat te zijn zijn taak bij
de brandweer te vervullen.
fonbekwaamheid of ongeschiktheid tot het verrichten van zijn
werkzaamheden op grond van ziekten of gebreken;
g. onbekwaamheid of ongeschiktheid tot het verrichten van zijn
werkzaamheden anders dan op grond van ziekten of gebreken.
2. In de in het eerste lid genoemde gevallen wordt, met uitzondering van
het geval bedoeld onder d, het ontslag steeds eervol verleend.
8