2. Indien sprake is van een wijziging, die van invloed is op de toege-
kende vergoeding, vervalt de vergoeding en kent het college van
burgemeester en wethouders al dan niet opnieuw een vergoeding van de
vervoerskosten toe.
3. Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en
het college van burgemeester en wethouders een wijziging als bedoeld
in het tweede lid, vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte een
vergoeding is genoten, vervalt de vergoeding van de vervoerskosten
terstond en kent het college van burgemeester en wethouders al dan
niet opnieuw een vergoeding van de vervoerskosten toe.
4. Een ten onrechte genoten vergoeding kan van de ouders worden terug-
gevorderd dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe toeken-
ning van een vergoeding.
Artikel 7 Commissie van onderzoek
1. Het college van burgemeester en wethouders vraagt het advies van de
commissie van onderzoek als bedoeld in artikel 33, tweede lid van de
ISOVSO, volgens het bepaalde in deze verordening.
2. Het college van burgemeester en wethouders kan tevens het advies van
andere deskundigen inwinnen.
Artikel 8 Peildatum leeftiid leerling
Voor de toekenning van een vergoeding op basis van artikel 11 is bepalend
de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de
vergoeding betrekking heeft.
Artikel 9 Andere vergoedingen
Een vergoeding ingevolge Hoofdstuk 3wordt verminderd met de aanspraak op
een toelage, voor zover die voor de betreffende leerling ter zake van
vervoerskosten bestaat, op grond van de Wet op de Studiefinanciering.
HOOFDSTUK II BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN
SCHOLEN VOOR BASISONDERWIJS
Artikel 10 Vergoeding on basis van de kosten van openbaar vervoer
Het college van burgemeester en wethouders kent een vergoeding toe, op
basis van de kosten van het openbaar vervoer, aan de ouders van de leerling
die een school voor basisonderwijs bezoekt, indien de afstand van de woning
naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan 6 km
bedraagt
Artikel 11 Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van
een begeleider
1. Indien aanspraak bestaat op een in artikel 10, bedoelde vergoeding,
vergoedt het college van burgemeester en wethouders, tevens de kosten
van het openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider, in het geval
de leerling jonger dan 9 jaar is en door de ouders ten behoeve van
het college van burgemeester en wethouders genoegzaam wordt aange-
toond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar
vervoer gebruik te maken.
2. Indien een begeleider meer dan <§6n leerling tegelijk begeleidt, komen
slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van 66n
begeleider voor vergoeding in aanmerking.
4