jaarlijks het bewijs over te leggen dat de door hem terzake
verschuldigde premie is voldaan.
2. Het college van burgemeester en wethouders kan van het bepaalde in
lid 1, onder b en c, in zeer bijzondere gevallen ontheffing verlenen.
3. Een marktkoopman wordt geacht aan het in lid 1, onder c, genoemde te
hebben voldaan, indien hij een geldig bewijs van lidmaatschap over-
legt van een organisatie die voor haar leden een collectieve verzeke-
ring als bedoeld in lid 1, sub c, heeft afgesloten.
4. Aanvrager behoort bovendien tenminste 13 weken op de in artikel 11,
lid 1, bedoelde lijst te zijn ingeschreven. Het college van burge
meester en wethouders kan van deze bepaling ontheffing verlenen.
5. Het college van burgemeester en wethouders verleent ontheffing van
het bepaalde in lid 1, onder a, b en c, indien de aanvrager:
a. persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsrege-
ling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergun-
ning als bedoeld in de Vestigingswet bedrijven of de Vesti-
gingswet detailhandel
b. op de plaatselijke markt in de uitoefening van de markthandel
werkzaam zal zijn uit naam van een rechtspersoon die voldoet
aan de in lid 1, onder a, b en c, gestelde eisen;
c. van het bedrijven van handel zijn hoofdberoep maakt
Artikel 13
1. Van de toewijzing van een vaste plaats wordt door het college van
burgemeester en wethouders aan de standplaatshouder een vergunning
afgegeven, die naast het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht
tevens vermeld:
a. de naam en voornamen, geboortedatum en -plaats alsmede woon-
plaats en adres
b. een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met
vermelding van het nummer daarvan;
c. de artikelen of groep van artikelen, welke door de standplaats
houder op de hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht.
2. Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in
volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerste een vaste
plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschre
ven.
Bij deze inschrijving worden tevens de artikelen of groep van artike
len als bedoeld in lid 1, onder c, vermeld.
Artikel 14
1. Bij de toewijzing van vaste plaatsen, waartoe op gezette tijden, doch
tenminste eenmaal per jaar wordt overgegaan, komen daarvoor aller-
eerst in aanmerking de vergunninghouders van vaste plaatsen die aan
het college van burgemeester en wethouders de wens te kennen hebben
gegeven van standplaats te willen veranderen, zulks in de volgorde
waarin zij op de in artikel 13, lid 2, bedoelde lijst zijn ingeschre
ven.
2. Daarna komen in aanmerking degenen die zich op de in artikel 11, lid
1, bedoelde lijst hebben laten inschrijven, zulks in volgorde van hun
inschrijving op deze lijst.
3. Degene die op grond van artikel 11, lid 3, op de in het tweede lid
van dit artikel bedoelde lijst is ingeschreven, kan geen vaste plaats
worden toegewezen zo lang het recht van zijn ouder op een vaste
plaats bestaat.
4