GEMEENTE LEEUWARDERADEEL 3 Nr.: 96/13 De raad der gemeente Leeuwarderadeel gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 januari 1996; B E S L U I T: onder intrekking van de "Uitkerings- en pensioenverordening wethouders van Leeuwarderadeel 1970" vast te stellen de navolgende VERORDENING TOT TOEKENNING VAN EEN UITKERING EN EEN PENSIOEN AAN GEWEZEN WETHOUDERS DER GEMEENTE LEEUWARDERADEEL ZOMEDE VAN EEN PENSIOEN AAN HUN WEDUWEN EN WEZEN Afdeling I DE UITKERING Het recht op uitkering Artikel 1 1. Hij die ophoudt wethouder te zijn heeft, tenzij hij zonder onderbreking weer alszodanig optreedt, met ingang van de dag van aftreding, voorzo- ver hij alsdan niet de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, recht op een uitkering op de voet van de volgende artikelen. 2De raad kan beslissen dat geen uitkering wordt toegekend aan een gewezen wethouder wiens ontslag voortvloeit uit het feit, dat hij zich aan kennelijk wangedrag of grove verwaarlozing van zijn taak heeft schuldig gemaakt. Onder grove verwaarlozing van zijn taak wordt begrepen het zonder genoegzame grond weigeren de in artikel 129 van de gemeentewet bedoelde inlichtingen aan de raad te verstrekken. Normale duur van de uitkering Artikel 2 1. De uitkering wordt toegekend voor een periode, gelijk aan het tijdvak waarin belanghebbende laatstelijk zonder wezenlijke onderbreking wethouder is geweest, doch tenminste voor de duur van twee jaren en ten hoogste voor de duur van zes jaren. In afwijking hiervan wordt de uitkering toegekend voor de duur van zes maanden, indien de belanghebbende korter dan drie maanden wethouder is geweest 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1996 | | pagina 14