7. Belanghebbende is verplicht van het ter hand nemen of weer ten hand nemen van enige arbeid of bedrijf, dan wel van het gaan genieten van inkomsten of hogere inkomsten als bedoeld in dit artikel, terstond mededeling te doen aan burgemeester en wethouders onder opgavevoorzo- ver mogelijk, van de verwachte inkomsten, 66n en ander overeenkomstig de voorschriften, hem door burgemeester en wethouders gegeven. Zijn de inkomsten niet vooraf op te geven, dan doet hij tijdig voor het ver- schijnen van elke uitkeringstermijn opgave van de inkomsten die hij sinds het ter hand nemen van bedoelde werkzaamheden of sinds de vorige opgave heeft genoten. Brengt de aard van de aktiviteiten of de inkom sten mede dat de inkomsten over een langere termijn dan een maand moeten worden berekend, dan wordt op de uitkering een vermindering toegepast van een voorlopig vastgesteld bedrag onder voorbehoud van verrekening aan het einde van evenbedoelde termijn. 8. Burgemeester en wethouders kunnen bij de vaststelling van het bedrag van de vermindering afwijken van de opgave van belanghebbende. 9. Voor de toepassing van dit artikel ten aanzien van de voortgezette uitkeringen als bedoeld in artikel 3, tweede lid en artikel 4a, kunnen burgemeester en wethouders andere inkomsten aanmerken als te zijn genoten wegens aktiviteiten, bedoeld in het tweede lid. 10. Belanghebbende wordt door het aanvaarden van de uitkering geacht erin toe te stemmen, dat alien die daarvoor naar het oordeel van burgemees ter en wethouders in aanmerking komen, omtrent zijn omstandigheden alle inlichtingen geven, welke voor de uitvoering van deze afdeling nodig zijn. Betaling Artikel 6 De uitkering wordt uitbetaald in maandelijkse termijnen. Einde van de uitkering Artikel 7 De uitkering eindigt: 1. met ingang van de dag, volgende op die waarop de belanghebbende is overleden; 2. met ingang van de dag waarop de belanghebbende de leeftijd van 65 jaar bereikt 3. met ingang van de dag waarop de belanghebbende weer als wethouder in deze gemeente optreedt; 4. met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin burgemeester en wethouders ten aanzien van een uitkering als bedoeld in artikel 4a, eerste lid, hebben vastgesteld, dat de algemene invalidi- teit minder dan 25 procent is geworden. Schorsing Artikel 8 1. De betaling van de uitkering kan door burgemeester en wethouders worden geschorst, indien en voor zolang de belanghebbende niet de mededeling of opgave doet als bedoeld in artikel 5, lid 7. 2. Indien de in het vorige lid bedoelde verplichting alsnog wordt nageko- men, wordt de uitkering over de tijd van schorsing alsnog uitbetaald. 7

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1996 | | pagina 20