Toeslag op het nabestaandenpensioen Artikel 36 1. De nabestaande die de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt, heeft tot de eerste dag van de maand waarin hij die leeftijd bereikt, recht op een toeslag op zijn volgens de voorgaande artikelen berekende pensioen ten bedrage van 15 procent van dat pensioen, behoudens het bepaalde in het tweede en vierde lid. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder een pensioen als daar bedoeld verstaan het pensioen nadat eventueel hoofdstuk V toepassing heeft gevonden. 3. Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van degene die recht heeft op bijzonder nabestaandenpensioen, noch ten aanzien van degene wiens nabestaandenpensioen wegens hertrouwen opnieuw is vastgesteld. 4. De in het eerste lid bedoelde toeslag bedraagt ten hoogste 15 procent van 55.195,--. Dit bedrag wordt telkens aangepast bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 157 van de Algemene pensioen- wet politieke ambtsdrager, overeenkomstig de aanpassing van een bedrag dat op 1 januari 1985 63.200,-- bedroeg. Toeslag op wezenpensioen Artikel 37 1. De wees, bedoeld in artikel 32, heeft vanaf de eerste dag van de maand waarin hij de leeftijd van 15 jaar heeft bereikt, recht op een toeslag op zijn volgens de voorgaande artikelen berekende pensioen ten bedrage van 15 procent van dat pensioen, behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder een pensioen als daar bedoeld verstaan het pensioen nadat eventueel hoofdstuk V toepassing heeft gevonden. 3. De in het eerste lid bedoelde toeslag bedraagt ten hoogste 15 procent van 55.195,--. Dit bedrag wordt telkens aangepast bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 157 van de Algemene pensioen- wet politieke ambtsdragersovereenkomstig de aanpassing van een bedrag dat op 1 januari 1985 63.200,-- bedroeg. Tijdelijk pensioen Artikel 38 Het tijdelijk pensioen is gelijk aan het pensioen waarop recht zou bestaan indien de vermiste op de dag van zijn vermissing was overleden. Hoofdstuk IV Verval en vervallenverklaring Vervallenverklaring van uitzicht of recht op pensioen Artikel 39 De raad kan het uitzicht of het recht op pensioen geheel of gedeeltelijk vervallen verklaren voor de wethouder wiens ontslag voortvloeit uit het feit dat hij zich aan kennelijk wangedrag of grove verwaarlozing van zijn taak heeft schuldig gemaakt. 19

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1996 | | pagina 32